Directeur Klaas de Jong van zuivelfabrikant A-Ware zei deze zomer op de Dag van Melk van het Noorden in Leeuwarden niet te begrijpen waarom krimp van de Nederlandse melkveestapel op de politieke agenda staat. Het aantal melkkoeien in de Europese Unie is sinds 1980 gehalveerd. De wereldbevolking groeit, de zuivelproductie daalt. Terwijl Nederlandse melk de laagste CO2-footprint ter wereld heeft. Verder stelde hij dat Nederland eerder kampt met te weinig dan te veel dierlijke mest, refererend aan onbegrijpelijke regels die melkveehouders dwingen kostbare dierlijke mest af te voeren en kunstmest aan te voeren.
De argumenten van Klaas de Jong zijn kaal bekeken en in internationale context zo valide als de bank van Engeland. Toch is het zeer de vraag of ze ook valide zijn in een land met een van de hoogste bevolkingsdichtheden ter wereld. Twee toonaangevende instituten in de melkveesector, Rabobank en LTO Melkveehouderij, pleiten sinds kort voor een krimp van de melkveestapel. Niet lang geleden stond dat gelijk aan hardop vloeken in de kerk. Nu zegt Alex Datema in dit magazine: ‘Verschillende studies tonen aan dat 30% minder koeien en 20% minder melk in 2040 nodig zijn om binnen de milieugebruiksruimte in Nederland te blijven.’
Ook LTO-Melkveehouderij-voorzitter Erwin Wunnekink denkt dat krimp van de Nederlandse melkveestapel de enige weg is naar een gezonde toekomst. Hij rekent voor dat derogatieverlies 1,5 cent per kilo melk gaat kosten en alle klimaat- en opgaven op gebied van waterkwaliteit nog eens 1 cent per kilo melk. ‘Minder koeien in Nederland betekent meer geld op het boerenerf houden.’ Nieuw Sociaal Contract (NSC) zette krimp van de veestapel heel concreet in haar partijprogramma: met snelle opkoop naar 10% minder melkvee en 25% minder varkens en dat graag realiseren vóór 2026. ‘Melkveehouders besparen € 50.000 tot € 100.000 per jaar als je de mestproductie in lijn brengt met de plaatsingsruimte en kunstmestvervangers toestaat. Varkenshouders besparen dan € 100.000 tot € 200.000 per jaar. Hoe makkelijk kun je geld verdienen’, zegt Harm Holman, de landbouwman van NSC. En het schept ruimte voor jonge duurzame boeren.
Precies een jaar geleden interviewde ik melkveehouderijadviseur Lubbert van Dellen. Hij zei: ‘Drie keer zijn we nu in Brussel geweest om nieuwe derogatie aan te vragen. Drie keer heeft Brussel gevraagd of we alsjeblieft de mestproductie naar beneden wilden brengen. Dat is ondanks mooie beloftes niet gelukt. In Brussel zijn ze het inmiddels spuugzat dat we die beloftes niet nakomen, terwijl ons al ver voor 2015 is gevraagd om er iets aan te doen. Dus ja, zo raar is het helemaal niet dat we nu geen derogatie meer krijgen.’ Van Dellen stelde verder dat Nederland het enige land in de EU is waar we op basis van vergunningen vee houden. In alle andere landen wordt gekeken naar het aantal stuks vee gedeeld door het aantal hectares grond. ‘Zolang dat in balans is, hoor je Brussel echt niet hoor. Sterker nog, dan komt er wellicht zelfs weer wat onderhandelingsruimte voor derogatie.’
De moraal: nu één stap terug is voor jonge ambitieuze boeren twee stappen vooruit. Want het creëert op alle fronten ruimte. Hij stelde het natuurlijk veel te gechargeerd met zijn halvering van de veestapel. Maar we mogen inmiddels concluderen dat die gekke, door boeren totaal uitgekotste Tjeerd de Groot misschien toch wel een puntje had toen hij in 2019 krimp van de veestapel agendeerde.