Daar is-ie weer! Het kaartje dat in juni 2021, nu ruim vier jaar geleden, de voorpagina van Melk van het Noorden sierde. Als de landelijke politiek daadwerkelijk verder wil met de Wet Grondgebondenheid, wordt dit kaartje voor provincies een belangrijke leidraad bij het inkleuren van de gebieden. In de zalmkleurige gebieden mag een melkveebedrijf zo’n 3 GVE per hectare houden, lichtgroen is 1,5 GVE per hectare. Groen is natuur. En geel is niet meer actueel. 

De kaart op pagina 30 zag het licht in 2020 en is gemaakt door Martha Bakker, hoogleraar Landgebruiksplanning bij Wageningen. Het was, op basis van grondsoort en gebiedskenmerken van een regio, de intekening van een plan van een groep hoogleraren, oud-ministers en andere experts, die pleiten voor een Agrarische Hoofdstructuur (AHS) in Nederland. De namen onder dit zoneringsplan waren onder andere die van Rudy Rabbinge, Cees Veerman, Pieter Winsemius, Friso de Zeeuw, Joost van Kasteren, Hidde Boersma en ook Martha Bakker zelf. De kern van het plan was een scheiding tussen gebieden met hoogproductieve landbouw en gebieden waar landbouw ondergeschikt wordt gemaakt aan maatschappelijke diensten. Uiteindelijk verdween het plan ergens in een diepe Haagse lade. Maar nu heeft scheidend NSC-Kamerlid Harm Holman het plan eruit gehaald,

Martha Bakker: ‘De kaart is hooguit een openingsbod. De uiteindelijke inkleuring zullen de provincies samen met de partijen in het gebied moeten doen.’

afgestoft en gekoppeld aan zijn plan om grondgebondenheid en verantwoorde mestafzet te verankeren in een initiatiefwet. In deze wet stelt hij samen met Pieter Grinwis van ChristenUnie voor om aan te wijzen welke landbouw het beste past bij welke regio’s en grondsoorten zoals zand, veen en klei. De inkleuring waar deze gebieden moeten komen, laten ze over aan de provincies. Maar het staat als een paal boven water dat dit kaartje een belangrijke bouwsteen wordt van de keuzes die worden gemaakt.

Stikstofkaartje van Van der Wal

De zoektocht naar de achtergronden van deze kaart en de vraag waarom het plan destijds in een diepe lade verdween, leiden naar Martha Bakker. Op de persconferentie in Nieuwspoort op 1 september, waar Holman en Grinwis hun plan presenteerden, was ze ook aanwezig. Ze werd daar door Holman zelfs gepresenteerd als een van de grote denkers achter zijn plan. Desgevraagd zegt ze: ‘Bij het ministerie van LNV wilden ze vier jaar geleden wel degelijk serieus verder met dit plan. Er werd volop gekleurd, met meer onderscheid tussen stikstofgevoelige en minder stikstofgevoelige gebieden.’ De genadeklap voor de kaart kwam toen minister Van der Wal in de zomer van 2022 haar beruchte stikstofkaartje presenteerde. Op deze kaart stond per gebied aangegeven hoeveel stikstofreductie er gerealiseerd zou moeten worden.

‘Ik schrok me een hoedje. Ineens zag ik op televisie mijn kaartje voorbij komen, maar dan totaal verkleurd en verknipt. Wat bleek: minister Van der Wal moest in het stikstofdossier stappen maken en daar zat heel veel tijdsdruk erop. Zo kwam dat kaartje bij het RIVM terecht, dat vervolgens volop aan het kleuren sloeg op basis van stikstofgevoelige gebieden. Zo zag ik mijn kaartje dat met heel andere intenties was gemaakt, transformeren tot de beruchte stikstofkaart. Op die kaart stond zeer gedetailleerd en in percentages waar stikstofneerslag gereduceerd moet worden.’

‘Even geen kaartjes meer’

Het stikstofkaartje veroorzaakte onder boeren en provincies grote onrust en leidde ertoe dat nationale probleemoplosser Johan Remkes op 5 oktober 2022 de legendarische woorden sprak: ‘We moeten voorlopig maar even geen kaartjes meer maken.’ Prompt liet ook minister Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof weten dat het beruchte stikstofkaartje van tafel zou gaan. Ze zei spijt te hebben van de wijze waarop het stikstofbeleid was gecommuniceerd en dat het beruchte kaartje onnodig veel onrust en onzekerheid had veroorzaakt.

‘Boeren lezen de kaart als hoeveel van hen waar weg moeten en dat was helemaal niet de bedoeling’, stelde ze. Zo verdween de kaart in een diepe la en daarmee het plan voor een Agrarische Hoofdstructuur. Tot nu. Holman tovert het plan achter de kaart weer tevoorschijn en daarmee zal de kaart vroeg of laat ook weer ten tonele verschijnen. In de memorie van toelichting op de wet wordt met geen woord gerept over kaartjes. Wel staat erin dat het zoneringsplan van Marha Bakker een belangrijk vertrekpunt is voor het wetsvoorstel. Er wordt van uitgegaan dat grofweg 500.000 hectare aan melkveehouderij in Maatschappelijke Landbouwgebieden wordt gesitueerd. En 1 miljoen hectare aan melkveehouderij in de AHS-gebieden. Dus een verdeling van 1/3, 2/3. 

Provincies aan zet voor inkleuring

Martha Bakker benadrukt dat deze kaart vooral moet worden gezien als een openingsbod. ‘Het is uiteindelijk aan de provincies om met boerencollectieven en anderen in het gebied in overleg te gaan en de accenten te leggen, daarbij ook nadrukkelijk kijkend naar wat er de afgelopen jaren al is gerealiseerd of loopt in een bepaalde streek.’ Ze is zich er van bewust  dat kaartjes per definitie explosiegevaar met zich meebrengen. ‘Als dat je overkomt, is de legitimiteit van de kaart uiteindelijk ook weg. Daarom pleit ik er ook voor om de kaart te zien als grove hoofdlijn en de uiteindelijke inkleuring over te laten aan het gebied zelf. De wettelijke bevoegdheid daarvoor ligt per slot van rekening ook bij de provincies.’

‘Ik schrok mij een hoedje, mijn kaartje was helemaal verkleurd’

Over het plan van Holman om grondgebondenheid te koppelen aan zonering is ze enthousiast. ‘Bij generiek beleid over heel Nederland ga je naar 2,15 GVE per hectare. Maar je kunt klei- en zandbodems niet gelijk scharen.’ Ook juicht ze het toe dat het plan regie voert op onvermijdelijke krimp van de Nederlandse veestapel. ‘Daarmee voorkom je dat het recht van de grootste en sterkste zegeviert. In de minder kwetsbare gebieden kan min of meer volop worden geboerd. In de kwetsbare gebieden zorg je voor een fatsoenlijke maatschappelijke vergoeding voor geleverde groene en blauwe diensten.’ Ze vertrouwt erop dat er vanuit Europese steunfondsen en gelden voldoende dekking is hiervoor. ‘Nederland kan daar veel meer gebruik van maken dan dat het nu doet. Daar valt echt nog een wereld te winnen.’

Dit artikel verscheen ook in magazine Agrarische Schouw dat vanaf 16-9-25 in een printeditie in Noord-Nederland onder melkveehouders is verspreid.

Vorig artikelMet 7 vinkjes je bedrijf natuurinclusief maken
Volgend artikel‘Ik bouw graag zekerheid in’