Een verbod op het bovengronds uitrijden van mest per 1 januari 2026 dreigt. Onbegrijpelijk, vindt melkveehouder Peter Oosterhof uit Foxwolde. ‘De overheid wil naar doelsturing, maar mest bovengronds uitrijden mag dan plotseling weer niet, terwijl de voordelen legio zijn.’ Dit is zijn opiniestuk.
De laatste tijd horen we veel over doelsturing, sturen op een doel. En de manier waarmee dit doel te bereiken laten we over aan de ondernemer. Prachtig initiatief lijkt me dit. Als regels niet nodig zijn dan laten we ze los! Ik kan niet wachten: dit stimuleert een emissiearme bedrijfsvoering, zonder extra kosten te maken voor een luchtwasser, meststripper of een ‘Renure-apparaat’.
In mijn bedrijfsvoering, met veel weidegang, geen kunstmest, weinig krachtvoer en daarmee ook een goede mestkwaliteit, doe ik aan de voorkant al ‘stinkend’ mijn best om zo efficiënt mogelijk te werken. Dat deze bedrijfsvoering minder emissies geeft, daar is iedereen het wel over eens. En dus voldoe ik gelukkig aan de voorwaarden om bovengronds mest uit te mogen rijden. Door de vele weide-uren – bijna 5.000 per jaar – is er ook flink minder mest in de put. En deze mest rijd ik met mijn lichte trekker en tankje uit. Het liefst bij donker, regenachtig weer en dan bij voorkeur direct achter de koeien aan, wanneer deze weer een perceeltje hebben afgeweid. Ik noem het precisiebemesting: elk grasspietje een druppeltje.
Zodebemesten voor de Kringloopwijzer
Afgelopen zomer heb ik, onder andere om wat beter te scoren in de Kringloopwijzer, weer een aantal percelen laten zodebemesten. Voor de meelezende niet-boeren: om uitstoot van ammoniak te beperken, wordt de mest dan 5 centimeter diep in de graszode gepompt. Dit gebeurt meestal door de loonwerker en het zijn vaak machines met veel capaciteit. De loonwerkers investeren weliswaar volop in grote wielen en brede banden om dit zo bodemvriendelijk mogelijk te laten gebeuren. Alleen is zo’n machine peperduur en moet er dus wel capaciteit gedraaid worden. De agenda van de loonwerker bepaalt dan eigenlijk ook het moment van bemesten. En om kosten te besparen, want het is ook nog eens een duur diesel verslindend kunstje, doe je dan maar een grotere mestgift.
Zwaar materieel laat z’n sporen na op de bodem

Ondanks alle inspanningen van mijn loonwerker ben ik toch weer geschrokken van de impact die al dit mechanisch geweld heeft op de bodem (zie foto). Het zware gewicht en de trekkracht die nodig is om om de 20 centimeter een sleuf in de bodem te trekken, laat echt wel zijn sporen naar. Een minder producerende bodem is het gevolg. En dus zou ik eigenlijk meer voer moeten aankopen om deze gederfde opbrengsten te compenseren. Maar elke vorm van aanvoer brengt weer stikstofinput met zich mee. En al die extra stikstof is ook weer een potentieel verlies. Want de niet opgenomen stikstof kan je bedrijf verlaten door de vervluchtiging van ammoniak, uitspoelen als nitraat of wegbroeien als het broeikasgas lachgas. Een gas waar je bij het invullen van de kringloopwijzer ook niet vrolijk van wordt.
Geen verbod voor boeren met emissiearme bedrijfsvoering

De oplossing lijkt me eenvoudig: boeren met een emissiearme bedrijfsvoering niet verplichten om te zodebemesten, maar hun keuze voor hoe en wanneer te bemesten laten afhangen van het juiste moment en de beste omstandigheden. Eigenlijk de perfecte doelsturing! Maar nu dreigt per 1 januari 2026 een verbod. Kan de overheid in plaats van alles weer overhoop te gooien deze doelsturing niet als een voorbeeld gebruiken dat doelsturing echt werkt? Dit zou de burger moed, de bodem lucht en de boer weer hoop geven. En hoop doet leven, zeker als deze met emissiearm vakmanschap is geproduceerd en op de juiste manier is aangebracht. Ik beDoel maar.































