Op zuivelboerderij De Driesprong in Noordwolde (Gr.) wordt stapsgewijs toegewerkt naar een omvang van 150 melk- en kalfkoeien. Een verhaal over visie, vooruitgang en verbreding.
Grond verkopen, vermogen losmaken en op eigen benen staan. Anton en Brenda Boer weten wat dat is. Ze zijn sinds 2013 eigenaar van melkveebedrijf De Driesprong. ‘Ik zat in maatschap met mijn ouders en mijn broer. Brenda en ik zijn met het melkveebedrijf verder gegaan. Mijn broer runt hier in de buurt nu een schapenboerderij’, vertelt Anton Boer.
Om de overname mogelijk te maken, verkocht Boer in totaal 20 hectare. Het duurde echter niet lang voordat de melkveehouder zijn areaal weer op peil had. Hij zag mogelijkheden om een nabijgelegen perceel van 2 hectare te kopen en greep zijn kans. Niet lang daarna kwam de buurman, waarna Boer opnieuw een slag kon slaan. ‘Er kwam 90 hectare vrij. Dat was een verrassing. Het areaal wordt verhuurd aan zes melkveehouders. Wij huren 17 hectare’, aldus Boer.
Volgens overnameplan startten Anton en Brenda Boer in 2013 met 120 melk- en kalfkoeien, met als doel door te groeien naar 150 stuks. Vanwege het fosfaatreductieplan en het fosfaatrechtenstelsel zijn die groeiplannen nog niet gerealiseerd. ‘Dat aantal koeien zit nog steeds in mijn achterhoofd. Maar we willen stapsgewijs groeien en ook alleen met eigen aanfok’, aldus Boer, die momenteel 130 melk- en kalfkoeien houdt. Boer heeft een apart staldeel met 20 ligboxen leegstaan.

Boer heeft een duidelijke visie, waarbij hij continu streeft naar het verbeteren van de resultaten. Hij werkt protoculair, is consequent en waakt voor bedrijfsblindheid. ‘Ik sta open voor andermans mening en ik ben niet bang om dingen uit te proberen. Maar ik hou in grote lijnen vast aan de ingeslagen weg.’
Boer investeerde tot dusverre twee keer in fosfaatrechten. Hij kocht 400 kilo fosfaat. Voor een partij van 150 kilo legde hij € 275 per kilo neer. Een partij van 250 kilo kostte hem € 190 per kilo. Wat hij dit jaar gaat doen, hangt onder meer af van de melkprijs. ‘Inmiddels is de productie weer een staffel omhoog. We moeten zo’n 100 tot 150 kilo fosfaat kopen of vee verkopen.’
Optimaliseren
Hoewel de stalcapaciteit nog niet volledig wordt benut, maakten de melkveehouders de afgelopen jaren enkele mooie verbeterslagen. De productie per koe steeg 2.000 liter, van 7.700 kilo in 2013 naar 9.755 in 2019. De rek is er wat hem betreft nog niet uit. ‘Net als collega-melkveehouders hebben we het ondereind van de melkveestapel weggedaan. Dat verklaart de productiestijging’, vertelt Anton Boer. Zijn vrouw Brenda haakt in. ‘Nu is Anton echt te bescheiden hoor. We hebben de stal op meerdere punten aangepast. Het voerhek is verplaatst en we werken nu met waterbedden. Dat scheelt een stuk.’ Anton Boer knikt instemmend. ‘Van overbezetting is bovendien geen sprake meer.’
De drinkwatervoorziening is geoptimaliseerd. Via een pomp wordt water onder hoge druk bijgevuld in de bakken, waardoor koeien altijd schoon drinkwater hebben. ‘Dat heeft zeker bijgedragen aan de productiestijging’, aldus Boer.
Ook zijn voerstrategie heeft een positieve uitwerking op de melkproductie. Sinds eind 2017 werkt Boer met een kleine, tweedehands voermengwagen. Die kostte € 5.500 en heeft een capaciteit van 10 kuub. Boer: ‘Ik wist niet of voer mengen wat was, maar op den duur komt er een grotere mengwagen.’
’s Winters voert hij tweemaal daags. Het rantsoen bestaat uit kuil, mais, maismeel, soja, energiebrok, eiwitbrok, mineralen én water. Met 38 procent is het rantsoen behoorlijk nat. ‘De koeien nemen het voer goed op, al blijft selectie een aandachtspunt. De neus en de bek zitten veel te dicht bij elkaar’, zegt Boer met een glimlach. Het aandeel krachtvoer is 31.05 kilo per 100 kilo meetmelk.
Op het gebied van diergezondheid boekten de melkveehouders eveneens progressie. De vloer van de melkstal (2×10 zij-aan-zij) werd voorzien van rubber. De roostervloer werd opgeruwd. Het aantal klauwproblemen nam mede daardoor fors af. ‘We hebben een stuk minder problemen met witte lijnen en dikke hakken’, aldus Boer.
Uierontstekingen komen minder vaak voor. Het celgetal daalde van 250 naar 100 tot 120. ‘We zijn gaan voordippen, werken met nieuwe tepelbekers en -voeringen en houden het vacuüm beter op peil’, vertelt Boer.

Vroeg insemineren
De melkveehouders investeren in langlopende relaties met erfbetreders. Rietjes sperma kopen ze al jarenlang bij GGI Holland. ‘We willen zoveel mogelijk melk per box en zetten vooral in op melkproductie, kruisligging en vruchtbaarheid’, aldus Boer, die gewend is om € 18 tot € 25 per rietje te betalen (exclusief korting). Hoewel ze zelfzuivelaars zijn, kiezen de melkveehouders nu nog niet bewust voor stieren met een hoger vetgehalte. Wel gebruiken ze sinds vijf jaar hogere genomics stieren wat goed bevalt.
BEDRIJFSPROFIEL
Anton (43) en Brenda (43) Boer en hun drie kinderen Anne, Jessica en Luuk hebben in het Groninger Noordwolde een melkveebedrijf met 130 melk- en kalfkoeien, ruim 50 stuks jongvee en 77 hectare (60 hectare eigendom). Het rollend jaargemiddelde is 9.650 liter, met 4,36% vet en 3,58% eiwit. De melkveehouders doen aan weidegang.
Op aanraden van GGI experimenteerde Boer met vruchtbaarheidsbolussen. Zijn ervaringen zijn positief. ‘We hebben bij veertig stuks vee bolussen toegediend. De dieren kalfden goed af en ze bleven niet aan de nageboorte staan. Je weet bovendien zeker dat ze de bolussen krijgen.’
Jongvee wordt hard gevoerd. Boer streeft ernaar om pinken op een leeftijd van 12,5 maanden te insemineren.
Huisverkoop
De melkveehouders doen aan verbreding. Zo hebben ze een goedlopende handel opgezet in tweedehands skelters. ‘We kopen ze in, knappen ze op en verkopen ze door’, aldus Anton, die wekelijksvijf tot tien verkoopt.
De winkel is voorlopig zes dagen per week geopend. Met name op zaterdagen is het druk. ‘We zitten nog in de groeifase. Het is een hoop werk, maar ik krijg er veel energie van’, aldus Brenda.

De melkveehouders investeerden ruim € 10.000 in het professionaliseren van de huisverkoop, een bedrag dat op termijn moet worden terugverdiend. Maar op zuivelboerderij De Driesprong spelen niet alleen de financiën een rol. Anton en Brenda Boer zoeken actief de verbinding met burgers. ‘Daar ligt een taak voor de veehouderij. We moeten als sector niet in de verdediging schieten’, vertelt Anton. Brenda: ‘We willen laten zien wat we doen en vinden het leuk om groepen te ontvangen en mensen iets bij te brengen. Ze kunnen onze zuivelproducten bovendien proeven én kopen. We merken nu al dat mensen uit de stad Groningen echt voor onze zuivelproducten kiezen.’