Als een op een hol geslagen schip. Zo vaart de BV Nederland, en daarmee de melkveehouderij, al tijden over woelig water. Er was hoop dat het onlangs gevallen kabinet de controle weer zou pakken, maar dat bleek ijdele hoop. Nu is het wachten op een nieuwe stuurman (m/v) die de sector weer op koers brengt.
Onder invloed van de huidige marktomstandigheden is het soms begrijpelijk en verleidelijk te vergeten hoe belangrijk goede stuurlui zijn. Want over die marktomstandigheden kan weinig anders gezegd worden dan dat ze ongekend goed zijn. De hoge opbrengstprijzen doen op vele erven verschillende zaken, die tot voor kort nog als een mega-probleem werden bestempeld, goeddeels verdampen. Mestafzetkosten worden door velen zo’n beetje met de ogen dicht afgetikt. En extensiveren is opeens voor menig melkveehouder geen besmet woord meer. De grondhonger is enorm en de forse prijsstijgingen die daarmee gepaard gaan, komen toch echt vooral door de aankopen van boeren die bereid zijn steeds meer voor de grond te betalen.
Vanzelfsprekend zijn de hoge marges in de eerste plaats een goede zaak. Jarenlang waren die marges matig tot laag. Eindelijk betaalt wereldwijde schaarste in aanbod, in combinatie met een aanhoudende of zelfs groeiende vraag, zich uit in de markt. De meeste melkveehouders durven het amper luidop te zeggen, maar zoveel geld er momenteel bij hen op de rekening binnenkomt én ook overblijft, is iets wat ze nooit eerder meemaakten. Er van genieten en het benutten voor bedrijfsoptimalisatie, zou je zeggen. En gelukkig doen veel melkveehouders dat ook.
Echter, die marktomstandigheden veranderen ook weer eens. En minstens zo belangrijk: de problemen met wet- en regelgeving, en het uitblijven van duidelijke keuzes op verschillende beleidsterreinen, zijn met betere marktomstandigheden niet opeens verdwenen. Sterker nog, door de val van het kabinet is de kans reëel dat het nog langer wachten wordt op duidelijkheid rond PAS-melders, vergunningstrajecten en vooral: toekomstvisie.
Dat laatste ontbrak er ook bij dit kabinet aan. Maar laten we positief blijven: nieuwe ronde, nieuwe kansen. Bovendien, de Tweede Kamer is nog niet weg. Bekend is dat verschillende partijen, binnen en buiten de Kamer en los van het gevallen kabinet, werken aan een toekomstvisie voor de landbouw. Ook ligt er nog een voorstel van de gezamenlijke belangenbehartigers, vooral op initiatief van de jonge boeren, voor een vrijwillige krimpplan.
Die plannen zijn en worden grotendeels uitgewerkt door stuurlui met boerenbloed. Echter, bij elk voorstel staat een veelvoud aan beste stuurlui aan de wal of beter gezegd: ‘in de stal’, zo’n beetje al deze plannen bij voorbaat af te kraken. Met zo’n houding weet je één ding zeker: je krijgt nooit duidelijkheid over de koers voor de komende jaren. Of erger nog: groeperingen en politieke partijen met beduidend minder boerenbloed, vullen het voor je in.
Als er binnenkort vanuit de huidige Tweede Kamer wel een visie wordt gepresenteerd voor de komende jaren, wees dan om de hoede om niet één van die beste stuurlui in de stal te zijn. Maar laat de echte stuurlui, die wellicht wel degelijk het beste voor hebben met de sector, ook al gaat elke toekomstvisie voor de landbouw sowieso op onderdelen en in bepaalde regio’s flink pijn doen, hun plannen eerst eens echt goed uitleggen.
Anders komt het nog zover dat geen enkele capabele stuurman zich meer over het schip wil bekommeren. Dan is het roer echt niet meer te houden en helpt zelfs een positief gestemde markt onvoldoende om weer op koers te komen.
