Ik weet wel, de diversiteit in de melkveesector is enorm. En daarmee ook het toekomstperspectief. Maar zelfs de grootste optimist kan het niet meer ontkennen: er waart een veelkoppig monster rond dat de sector ronduit bedreigt.

Momenteel is dit monster vooral zichtbaar in de vorm van het veelkoppige stikstofmonster.
Het stikstofdossier is dermate complex dat werkelijk niemand er meer een hout van snapt. Verschillende wetenschappers, belangenbehartigers, journalisten of columnisten en ook veel boeren roepen om het hardst dat ze weten hoe het zit. In werkelijkheid is dat onzin. Niemand weet precies hoe het zit. Het stikstofdossier wordt namelijk maar gedeeltelijk door feiten gestaafd. Het gaat vooral om waarden. Hoeveel waarde je toekent aan ruimte voor de landbouw en hoeveel ruimte je toekent aan voorrang geven aan huizenbouw, industrie en natuur.

Terwijl die vraag nog grotendeels onbeantwoord blijft, gaat de politiek ondertussen onverminderd door met beleid te maken op basis van rammelende rapporten en vage aannames. Boeren die met trekkers snelwegen blokkeren of toch maar weer aanschuiven aan de overlegtafel; het maakt allemaal bar weinig uit. Het is om bang van te worden; alsof een monster je dreigt te verslinden…

En dat is alleen nog maar het stikstofmonster. Wat te denken van de kostprijs die op veel bedrijven de melkprijs overstijgt én de aanhoudende maatschappelijk druk die veel boeren het gevoel geeft nooit iets goed te kunnen doen. De mentale druk die dit met zich meebrengt, neemt op veel plaatsen meer dan serieuze vormen aan. Cijfers wijzen uit dat een groeiend aantal agrariërs kampt met depressiviteit en zelfs het aantal zelfdodingen onder Nederlandse boeren neemt toe. Bij dit soort berichtgeving word ik altijd even stil. En dat mag ook best.

Tegelijkertijd mag je je ook best beseffen dat het natuurlijk niet alleen maar kommer en kwel is in de sector. Het merendeel van de melkveehouders ziet voldoende toekomstperspectief voor het eigen bedrijf en toont veer- en innovatiekracht. En ook het jaarlijks afvloeien van veel bedrijven uit de sector is niets nieuws. In een groot deel van de gevallen gaat het hierbij ook nog eens om een vrijwillige keuze. Meestal zelfs in combinatie met een prima opbrengst uit de verkoop.

Dat laat onverlet dat de druk op de sector ongezonde vormen aanneemt. Daarbij volstaat niet louter de zakelijke benadering door te wijzen op de warme sanering. Zeker niet als je weet hoe verknocht boeren kunnen zijn aan hun bedrijf.

Als sector het veelkoppige monster verslaan, lijkt schier onmogelijk. Ermee om leren gaan, is wel mogelijk. Dat lukt helaas niet iedereen. Begrip tonen voor elkaars positie en een luisterend oor bieden, kan dan soms een wereld van verschil maken. Spijtig genoeg verkeert de melkveesector inmiddels in de situatie dat we met elkaar ook hier aandacht voor moeten hebben.

Vorig artikelRFC koerst op rode cijfers over 2020
Volgend artikel‘Kuil voeren zonder analyse is gewoon gokken’