Na zestien jaar met Lely A3-melkrobots te hebben gemolken, switchte Peter Nijeboer uit Scharmer afgelopen oktober naar twee A5-Next exemplaren. De oude robots behield hij en één daarvan benut hij voor een aparte vaarzengroep. ‘Ik heb meer melk in de tank en meer rust in de stal, heerlijk toch.’

Waarom hij zijn verhaal in Melk van het Noorden mag doen, vraagt Nijeboer (57) nog maar een keertje voor de zekerheid. ‘Ik ben immers maar een hele gewone boer.’ Of dat wel of niet klopt, het verhaal van Nijeboer is sowieso waardevol. Dat verhaal startte vorig jaar toen in Groningen een Agro-subsidieregeling werd opengesteld, bedoeld voor ondernemers in het door aardbevingen getroffen gebied. ‘Mijn vriendin vroeg wat ik zou doen met het geld als ik dat voor bedrijfsverbetering kon benutten. Daar was ik snel uit: de melkrobots waren zestien jaar oud en de komende jaren vast en zeker een keer aan vervanging toe. Ze voldeden nog best hoor, maar er kwam wat vaker een storing voor.’

De melkveehouder schreef, met hulp van zijn vriendin Marja Doedens, een plan waarin de vervanging van de melkrobots werd opgenomen in combinatie met een nieuw voerhek en waterbedden in de boxen als vervanging van de twintig jaar oude – en deels versleten – koematrassen.

De nodige zenuwen

Toen de brief van de subsidieverstrekker in februari in de brievenbus viel, opende Nijeboer deze met de nodige zenuwen. ‘Ik was blij en opgelucht tegelijk dat ik de subsidie kreeg toebedeeld het grootste deel van de investering zou dekken. Als reactie heb ik meteen Lely opgebeld en gezegd dat ik subsidie kreeg en dat onder andere wilde benutten voor twee nieuwe melkrobots. Voor mijn onderhandelingspositie was dat natuurlijk niet handig, maar ik heb gezegd dat zij mij altijd goed hebben behandeld en dat ik er op rekende dat ze dat weer zouden doen bij het opstellen van een offerte. Volgens mij is dat ook gebeurd.’

Derde robot behouden

Waar meestal wordt gekozen voor inruil van de oude robots bij aanschaf van nieuwe, koos Nijeboer daar niet voor. Gelukkig maar, want tijdens het uitdenken van het eerste plan ontstond namelijk weer een nieuw idee: ‘Op de kant van de twee melkrobots had ik soms met 140 koeien enige overbezetting terwijl ik aan de andere kant van de stal ruimte over had. Bovendien ben ik zelf redelijk technisch. Daarom heb ik één van de aangehouden A3-robots een update gegeven en aan de andere kant van het voerhek in gebruik genomen voor een vaarzengroep.’

De melkveehouder creëerde zo voor alle melkgevende dieren meer ruimte. Ook is de bezettingsgraad bij de melkrobots iets lager. ‘Deze aanpassing werkt als een tierelier. Ik heb aan het rantsoen niets veranderd, maar binnen enkele weken was de melkproductie van 27,5 kilo gemiddeld per dag naar 31,5 gestegen. Ik geloof dat de nieuwe A5-Next robots makkelijk alle koeien hadden kunnen melken, maar nu ervaren de vaarzen duidelijk meer rust. Man, dat is toch heerlijk werken zo.’

‘De aanpassingen werken als een tierelier’

Eenvoud en efficiëntie

Het werk met de 145 koeien en 125 stuks jongvee zet Peter grotendeels alleen rond. Enige losse hulpen springen bij tijdens piekdruktes, maar bewust tracht hij de bedrijfsvoering eenvoudig en efficiënt in te richten. Een onderdeel daarvan is het melken met melkrobots. In 2009 deden die hun intrede na een echtscheiding. ‘Ik wilde het werk kunnen rondzetten, maar er ook voor mijn kinderen zijn. Daarom kwamen de robots in die periode een paar jaar eerder dan gepland’, vertelt Nijeboer. ‘Spijt heb ik er nooit van gehad. De techniek trekt mij enorm en het werkte meteen goed.’

Zijn bedrijf telt 80 hectare eigendomsgrond en ongeveer 20 hectare huurt hij erbij. Van die 100 hectare is het merendeel grasland en op zo’n 18 hectare verbouwt hij mais. Het maakt zijn bedrijfsvoering met de huidige veebezetting vrij extensief en meer dan eens verkoopt hij dan ook een deel van het gewonnen ruwvoer. Toch dient ook hij vanaf dit jaar mest af te zetten. ‘Over hoe belachelijk ik dat vind, kan ik natuurlijk wel uren praten. Maar dat verandert er niets aan.’ Wat de melkveehouder daarom bewust doet is investeren in een goede relatie met akkerbouwers in de buurt. ‘Hoewel de melkveehouderij nu in de hoek zit waar de klappen vallen op de mestmarkt, zien de akkerbouwers hier gelukkig ook wel in dat de tijden ook weer kunnen veranderen. Daarom proberen we het voor elkaar goed te doen en elkaar wat te gunnen. Evengoed is voor mij de mestafzet veel duurder geworden, maar over de plaatsing hoef ik mij geen zorgen te maken’, licht Nijeboer toe. ‘Dat nieuwe evenwicht op de mestmarkt komt er ook wel. Omdat bijna niemand het anders volhoudt. Alleen al omdat de lol er snel afgaat als al je winst opgaat aan mestafzet.’

Gelukkig zit Peter Nijeboer zelf niet in die positie. Dat maakt ook dat hij de moed er inhoudt. ‘Ik beleef volop plezier aan het boeren.’ De nieuwe upgrade geeft dat plezier een extra boost. En dat terwijl het hele proces rond de ombouw best wat energie en zweetdruppels kostte. ‘Ik wilde per se dat de nieuwe melkrobots op dezelfde plek kwamen te staan en dat ik daar koeien kon separeren. Eerst geloofde ik niet dat dat passend was te maken, maar door te puzzelen met de jongens van Lely Heerenveen lukte dat toch. De hele ombouwerij hield heel wat in en ik was er ook wel zenuwachtig over. Maar weet je: die Lely-jongens waren heel relaxed en ze hadden gelijk. Nadat we een dag lang omgebouwd hadden van oude naar nieuwe melkrobots, had ik de volgende dag 75 koeien op de lijst die opgehaald moesten worden. Eerst schrik je dan, maar ik ben daar rustig mee van start gegaan en het liep meteen top. Geen enkele mislukte melking heb ik gehad op die nieuwe machines en bovendien ging het meteen veel vlotter. De A5-Next melkt gewoon veel sneller, herkent de dieren beter en is een stuk zuiniger in energieverbruik. Ik vond het meteen een lust om mee te werken.’

Investering waard

De enthousiaste Groninger melkveehouder, die in 1983 vanuit de regio Hardenberg nabij de stad Groningen neerstreek en het bedrijf na de overname in 1996 gestaag uitbreidde, hikte al enige jaren aan tegen modernisering van de stal en de financiering daarvan. ‘Zonder die subsidie had ik deze stappen daarom waarschijnlijk niet gezet, zo eerlijk moet ik zijn. Maar nu die kans voorbij kwam en ik die heb gepakt, ben ik er erg blij mee. De stal heeft echt een upgrade gekregen, de indeling is beter in balans met een derde robot erbij en ik heb meer melk in de tank met hetzelfde basisrantsoen. Alleen de brokgift ligt iets hoger omdat ik aan dynamisch voeren doe en de hogere melkproductie per koe ook net iets meer krachtvoer vraagt. Maar dat kan zowel economisch als mentaal heel goed uit. De energie die ik hiervan krijg, is de investering in geld en inspanning dubbel en dwars waard.’

Vorig artikelOp naar meer natuur, schone energie en Beter Leven-melk
Volgend artikelMastitismanagement: doelen stellen en volhouden