Wanneer Menno Jensma en Vera Velstra uit Engwierum over hun bedrijf praten, valt één ding direct op: iedere keuze is doordacht. Niet gedreven door snelheid of omvang, maar door continu optimaliseren, efficiëntie in arbeid en het finetunen van de bedrijfsopzet. Melkveebedrijf EZON in Engwierum begon in 1934 als pachtbedrijf en ontwikkelde zich in een kleine eeuw tot een modern, geautomatiseerd familiebedrijf met 270 melkkoeien.
Wie het erf oprijdt waar Menno en Vera met hun drie zonen boeren moet even goed opletten waar de auto te parkeren. De geleidestrippen op het beton voor de ligboxenstal maken duidelijk dat hier een voerrobot aan het werk is. Hij draait vele malen zijn rondjes van de ene naar de andere voergang en natuurlijk naar de voerschuur er tegenover waar een tweede voerrobot klaar staat om af te lossen. Sinds drie maanden voeren de melkveehouders namelijk automatisch.
‘Automatisering past ons wel’, vertellen Menno en Vera. ‘We waren per dag wel 2,5 uur aan het voeren, waren € 20.000 aan diesel kwijt elk jaar terwijl de windmolen en de zonnepanelen energie te veel produceerden. Eigenlijk was het rekensommetje snel gemaakt.’ Zelfs met een voermengwagen die pas drie jaar oud was. ‘Daar stond ook nog eens een trekker voor die 1.000 uur per jaar maakte.’
‘De groei gaat hier altijd stap voor stap’
Meer vreten, meer melk
De robot scant elk halfuur de hoogte van het voer en voert bij waar nodig. Lagere rangorde dieren krijgen nu evenredig vers voer en selectief vreten wordt uitgesloten. ‘We voerden altijd ’s middags twee wagens, waardoor ze ’s avonds heel veel vraten en het soms eerder op was. Nu ligt er ’s ochtends altijd voldoende voer en dat geeft rust.’ De voordelen zijn eigenlijk al vrij snel helder, rekent Vera voor.
‘Het bespaart ons anderhalf uur werk per dag, er is meer rust in de koppel omdat er altijd vers voer is en ze vreten meer’, vult Menno aan. ‘De koeien zijn ook nog eens een liter melk per dag gestegen.’ Twee keer in de week zetten ze de voerkeuken vol met kuil, drie keer in de week – in verband met broeigevoeligheid – zetten ze er mais neer. In de nieuwgebouwde voerkeuken staan voersilo’s die met vijzels gevuld worden vanuit de grote silo’s buiten. ‘Daarmee zijn alle ingrediënten voorhanden om de bakken snel te vullen en verschillende groepen te voeren’, noemt Menno als voordeel.
Familiebedrijf met toekomst
Met drie zonen – van 12, 14 en 16 jaar – die interesse tonen in het bedrijf, is opvolging een reële optie. ‘Over acht tot tien jaar kijken we waar ze staan,’ zegt Menno. ‘We kunnen eventueel splitsen, uitbreiden of bedrijfsopvolging in een andere vorm regelen. Het bouwblok is groot genoeg.’ Ondanks de omvang en automatisering blijft EZON herkenbaar als familiebedrijf. ‘Kuilen doen we bijvoorbeeld echt met het hele gezin. De jongens helpen zonder dat je het vraagt. Schapen, kippen, jongvee, alles loopt hier rond en hoort erbij. Dat we het mestrijden misschien zelf weer gaan oppakken, komt ook door hun enthousiasme.’
De werkwijze met de nieuwe automatisering is typerend voor hun melkveebedrijf met 270 melkkoeien. ‘We wilden minder afhankelijk zijn van vreemde arbeid en dan ga je meer inzetten op automatisering’, motiveert Vera. In 2023 kwamen er vijf nieuwe melkrobots en daarmee bleek het bedrijf ‘minder kwetsbaar’, geeft Vera aan. ‘We hebben een medewerker en als hij met vakantie is, blijft het voor ons goed te doen.’
Modern gemengd

De basis van het melkveebedrijf werd gelegd door Menno’s overgrootvader, die in 1934 als pachter begon. In 1994 werd het bedrijf eigendom en was de bedrijfsontwikkeling zoals op veel bedrijven: van gemengd naar gespecialiseerde melkveehouderij. ‘Tot 1980 teelden we nog aardappelen, het bietenquotum is in 2000 verkocht’, vertelt Menno. ‘Na specialisatie in melkkoeien hebben we dankzij het GLB inmidddels weer meer verschillende teelten op het bedrijf met eiwit- en vezelgewassen en een nauwe samenwerking met een akkerbouwer’, vertelt Menno over de inmiddels 185 hectare modern gemengd boeren, waarbij hij meteen ook de strategische voordelen noemt. ‘We sluiten beter aan op de kringloop, verbeteren onze mestplaatsingsruimte en versterken de ruwvoerpositie.’
Menno ging in het jaar 2000 thuis aan de slag en toen omvatte het bedrijf 120 melkkoeien en een stal uit de jaren zeventig. De bouw van een nieuwe melkveestal in 2003 en een uitbreiding in 2012 zorgden voor verdere groei. In datzelfde jaar namen Menno en Vera het bedrijf officieel over. De ontwikkeling van EZON kenmerkt zich door groei in kleine stappen. ‘Wij hebben altijd in evenwicht willen groeien’, geeft Menno aan. ‘Niet met sprongen, maar stap voor stap in grond en koeien.’
Toch waren er momenten waarop een grotere keuze zich aandiende. In 2013 kwam een buurbedrijf te koop met 40 hectare. ‘Een forse aankoop op dat moment, maar strategisch noodzakelijk. Het gaf continuïteit en mogelijkheden richting de toekomst’, verklaart het echtpaar. Het was ook de tijd dat Vera na de geboorte van de derde zoon stopte met haar werk bij AB Vakwerk en fulltime thuis aan het werk ging. ‘De kalveren zijn mijn afdeling. En ook voor optimalisatie maak ik me sterk, we proberen eruit te halen wat erin zit.’
Focus op preventie

Daarbij is dierenwelzijn en gezondheid een speerpunt in de bedrijfsvoering. ‘We richten ons voortdurend op preventie. Minder zieke koeien betekent meer werkplezier én meer efficiëntie. Protocolmatig werken hoort daarbij’, geeft Menno aan. ‘Dat doe je sowieso al wanneer je medewerkers hebt, dan moet je slim plannen.’ Het werk gemakkelijk maken hoort daar ook bij, zoals het klauwbekappen dat ze standaard na 100 dagen lactatie en net voor de droogstand uitvoeren. ‘We hebben een moderne bekap- en behandelbox. Het kost weinig moeite om een koe te bekappen en dan doe je het ook sneller.’
Twintig jaar lang werd er gemolken in een traditionele melkstal. EZON had stabiel en ervaren personeel; één medewerker werkte veertig jaar op het bedrijf voordat hij met pensioen ging. ‘Maar de arbeidsmarkt verandert’, geeft Vera aan. Terwijl de ondernemers juist de wens hadden om drie keer per dag te gaan melken. ‘Personeel dat om kwart voor vier ’s ochtends begint, vind je nauwelijks nog,’ zegt Menno. ‘En drie keer daags melken wilden we voor de koeien wel, maar om dat allemaal zelf te doen zagen we niet zitten.’

De keuze voor automatisering kwam logischerwijs op tafel. Hoewel in 2003 al werd nagedacht over melkrobots, zette het bedrijf de stap pas 20 jaar later, in 2023. ‘We zagen dat de bedrijfsvoering anders moest. Robots bieden flexibiliteit en verminderen afhankelijkheid van personeel.’
Het bedrijf koos voor Lely, met service in de buurt, grote dataverzameling en -verwerking en de mogelijkheid met andere systemen te integreren. Voor de aanschaf van de voerrobot hebben Menno en Vera nog andere automatische voersystemen bekeken, maar de mogelijkheid alle koedata uit het voeren en melken te combineren gaf de doorslag. ‘Koeherkenning, gezondheidsmonitoring en voerefficiëntie zijn ondertussen standaardonderdelen in de bedrijfsvoering.’
‘Je moet altijd bereid zijn te leren’
Hoewel veel in het bedrijf veranderde, bleef de fokkerijfilosofie grotendeels gelijk. ‘We letten nog steeds op zaken als achteruierhoogte en beenwerk,’ zegt Menno. ‘En kenmerken als voerefficiëntie en methaanreductie worden steeds belangrijker. De koe van de toekomst moet efficiënt omgaan met droge stof en mineralen.’ Fokkerij blijft een zaak van de lange adem, maar de technische mogelijkheden om prestaties te volgen zijn veel groter geworden. ‘Data helpt om koppels te sturen. Een koe met verhoogde temperatuur of activiteit wordt automatisch geselecteerd. Dat maakt het werk doelgerichter.’
Bedrijfszekerheid
Automatisering betekent voor de melkveehouders niet alleen werkverlichting, maar vooral bedrijfszekerheid. ‘Met robots ben je minder kwetsbaar en blijft het bedrijf draaien’, ervaren ze. ‘Ook tijdens vakanties of ziekte.’ Wel vraagt het om een andere manier van bedrijfsvoering. ‘Je moet kunnen vertrouwen op data en techniek,’ zegt Menno. ‘En je moet bereid zijn om te leren. Elk systeem geeft informatie, je moet ermee werken.’ In het streven naar bedrijfszekerheid staan een accupakket als noodvoorziening nog wel op het wensenlijstje. ‘Als alles elektrisch is, moet je nadenken over continuïteit.’

Ze geven aan dat ze rondom de voerrobot nog wel wat te leren hebben. ‘We denken nu aan lasagnekuilen, meerdere lagen van verschillende snedes. De voerrobot maakt dat technisch mogelijk en zo voeren we jaarrond hetzelfde.’
Om het voeren verder te optimaliseren, werkt het bedrijf met een systeem waarbij losse grondstoffen bij elkaar komen. Dit wordt benut door een uitgebreid en slim vijzelnetwerk, geleverd en geïnstalleerd door W.H. van der Heide uit Surhuisterveen. Hiermee kan bijvoorbeeld ook het jongvee volledig op een gemengd rantsoen draaien zonder aanvullende brok.
‘Dit systeem maakt het mogelijk om groepen preciezer te voeren, dat zorgt ook weer voor meer efficiëntie’, lichten de melkveehouders deze bewuste keuze toe.
Bij de tijd blijven
De belangrijkste voorwaarde voor toekomstbestendigheid? Bewegingsruimte. ‘Je moet het bedrijf niet op slot zetten,’ zegt Menno. ‘Je moet altijd een richting op kunnen, of het nu gaat om uitbreiding, optimalisatie of nieuwe regelgeving.’ Een mogelijke zesde melkrobot en uitbreiding van de stal met 30 à 40 meter zijn opties, zeker als de jongens hun interesse in het bedrijf houden. Maar uitbreiden en groeien is geen doel op zich. ‘We willen blijven ontwikkelen op kwaliteit, efficiëntie en arbeid. Als je bij de tijd blijft, dan blijf je.’





























