Hoewel ze er nog nauwelijks last van hebben, bekritiseren Canadese melkveehouders de importheffingen van 25% die Donald Trump, de president van hun grote zuiderbuur, onlangs heeft ingevoerd. Naast de toon die Trump aanslaat en de heffingen, zijn melkveehouders vooral bang dat Trump hun beschermde melkmarktstatus in de komende onderhandelingen zal verbreken.
‘Eén ding waar we ons zorgen over maken, is hoe de toekomst van een nieuw handelsakkoord eruitziet’, zegt Drew Spoelstra (37). Hij runt een melkveebedrijf met 55 koeien bij een melkrobot, inclusief het opfokken van jongvee; vaarzen en stieren. Daarnaast besteedt hij veel tijd aan zijn functie als voorzitter van de Ontario Federation of Agriculture (OFA). Een organisatie die de belangen van alle boeren in Ontario behartigt. De staat in Canada die ongeveer een derde van alle melkkoeien en de melkproductie van het hele land herbergt. ‘Trump dringt aan op verdere onderhandelingen, of hij wil dat de onderhandelingen eerder plaatsvinden dan gepland. En daar zullen discussies plaatsvinden over ons Supply Management systeem en andere kwesties waar we in de toekomst misschien niet mee te maken willen krijgen.’

Het Supply Management System waar Spoelstra op doelt, is een systeem waar Canada al tientallen jaren mee werkt. Kort gezegd komt het neer op een nationaal quotum, met een bepaald aantal rechten per provincie, gericht op het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod op de binnenlandse markt. Het totale Canadese nationale quotum en de totale melkproductie bedragen ongeveer 9,3 miljard per jaar. De melk is grotendeels bestemd voor binnenlandse consumptie. De melkprijs schommelde de afgelopen jaren tussen de 60 en 65 eurocent. Deze melkprijs wordt jaarlijks vastgesteld op basis van kostprijsberekeningen bij enkele honderden willekeurig gekozen melkveebedrijven. Export van zuivelproducten komt zelden voor, mede door de hoge prijs. Import is toegestaan, tot een niveau dat gelijk is aan bijna 20% van de totale productie. In de praktijk, om praktische redenen van transport en bederfelijkheid, is het praktisch bijna alleen de VS als zuiderbuur die die importruimte potentieel kan opvullen. Die ruimte wordt meestal niet volledig benut, en toch maken Canadezen zich zorgen.
Niet immuun voor Trumps tirade
‘Ik denk dat er altijd zorgen zijn als je in onderhandeling gaat. Ik bedoel, we weten zeker wat er van de andere kant op ons afkomt en het is heel duidelijk dat hun president zich zorgen maakt over de Canadese zuivelindustrie en wat gezien wordt als beperkte toegang tot de markt’, legt Spoelstra uit. ‘Maar weet je, de regering hier, toen ze zich eerder dit jaar kandidaat stelden voor de verkiezingen, heeft vrij duidelijk gemaakt dat ze de Canadese zuivelindustrie steunt. Dit sterkt ons. Maar tegelijkertijd weten we dat geen enkele sector immuun zal zijn voor de uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd. We zullen allemaal te maken krijgen met extra kosten voor onze activiteiten, inputkosten en dat soort dingen. Dus, weet je, het is belangrijk om de sector vanuit een holistisch perspectief te bekijken, terwijl ze verdergaan met welke vorm van handelsbesprekingen dan ook. Onze hoop en vertrouwen is dat politici blijven inzien dat ons systeem hier in Canada de afgelopen 60 jaar zeer goed heeft gefunctioneerd.’
In de jaren negentig werd het Canadese ‘quotumsysteem’ binnen de WTO (Wereldhandelsorganisatie) meerdere malen besproken en bekritiseerd. In de afgelopen twee decennia leek de rest van de wereld grotendeels te hebben geaccepteerd dat de Canadezen hun melkmarkt sterk beschermen. Maar met de opkomst van Trump, die onder andere de importtarieven van 25% invoerde op talloze producten van de voormalige ‘handelsvrienden’ en buurlanden Canada en Mexico, terwijl het vrijhandelsverdrag CUSMA officieel nog steeds van kracht is, is alles onzeker geworden. Het maakt de Canadezen boos en ze vrezen duidelijk grotere gevolgen.
‘Het is vooral speculeren’
Dat geldt niet per se voor Pete Overdevest, die een melkveebedrijf runt met ongeveer 250 koeien en evenveel hectare grond nabij het stadje Bright. Overdevest is tevens bestuurslid van de DFO (Dairy Farmers of Ontario), de organisatie die alle aspecten van de melklogistiek reguleert en ook lobbyt bij overheden in het belang van melkveehouders. ‘Eerlijk gezegd is alles wat we nu zeggen over de impact van importtarieven gebaseerd op speculatie. Ik ga daar zelf liever niet in mee.’

Overdevest weet echter maar al te goed dat Trumps fratsen momenteel het gesprek van de dag zijn. ‘Ik begrijp de angst zeker. En dan natuurlijk voor het voortbestaan van ons systeem. De VS heeft 360 miljoen inwoners en wij in Canada 40 miljoen. Qua productie van het aantal kilo melk is het verschil nog groter. Als ze 10% meer melk produceren, zouden ze onze markt potentieel volledig kunnen overspoelen. Het verlies van ons Supply Management systeem is daarom potentieel catastrofaal voor onze sector, want exporteren is voor ons volkomen uitgesloten. Onze productiekosten zijn veel te hoog om concurrerend te zijn en de meeste export zou op de VS gericht moeten zijn, maar als zij daar meer produceren, hebben ze natuurlijk geen interesse in dure melk uit Canada. Als Canadese melkveehouders zijn we belangrijk voor de lokale economie, zeker in Ontario, en dat kunnen we laten zien, maar Trump is onvoorspelbaar en bij nieuwe onderhandelingen is het logisch dat melkveehouders hier niet gerustgesteld worden dat hij ons systeem niet omver wil werpen.’
Ook voordelen
Trumps perikelen vreemde capriolen hebben niet alleen maar nadelen voor veel landbouwsectoren, waaronder de melkveehouderij. Zo zijn de dieselprijzen sterk gedaald door de lagere olieprijzen, terwijl de vleesprijzen zijn gestegen. Dit laatste hangt onmiskenbaar samen met Trumps beleid ten aanzien van immigranten, een categorie die vaak in slachthuizen werkt en nu onder druk staat om gedeporteerd te worden of al gedeporteerd is. Een ander effect is dat Canadezen de afgelopen maanden volledig patriottisch zijn geworden. Dit vertaalt zich zeker ook in de wens om alleen nog maar Canadees voedsel te kopen, of beter gezegd: zeker geen Amerikaanse producten.
Ben en Jen Loewith merken dit laatste ook. Net onder de stad Hamilton, waar meer dan een half miljoen mensen wonen, runnen ze een melkveebedrijf met 250 koeien en een bloeiende boerderijwinkel. Sinds Trump aan de macht is, zien ze de omzet in de winkel duidelijk toenemen. ‘Het ‘Canada first’-adagium vertaalt zich deels ook in ‘koop lokaal en rechtstreeks van de boer’, legt Ben uit. ‘Mensen zijn Trump echt zat. De importtarieven hebben kwaad bloed gezet, maar vooral zijn constante opmerkingen over dat hij van Canada de 51e staat van de VS wil maken, irriteert veel mensen hier. En dat geldt ook voor mij. Zijn gedrag tot nu toe maakt dat ik hem echt als een bedreiging zie en zijn uitspraken absoluut serieus neem. Want tot nu toe heeft hij helaas veel van zijn dreigementen waargemaakt.’

Offers brengen
En hoewel de dreigementen hen de afgelopen maanden alleen maar meer hebben doen verdienen, bereiden Ben en zijn vrouw zich toch nadrukkelijk voor op de nabije toekomst. ‘Hamilton is een staalstad die hard wordt getroffen door de handelsoorlog die nu gaande is. Onze angst is dat veel mensen, die nu onze klanten zijn, in de nabije toekomst aanzienlijk minder te besteden zullen hebben omdat ze hun baan verliezen of minder verdienen met hetzelfde werk. In onze winkel verkopen we zuivel met toegevoegde waarde, maar ook tegen een aanzienlijk hogere prijs. Veel Canadezen zullen zich dat in de nabije toekomst simpelweg niet meer kunnen veroorloven. Ik geloof dat de meerderheid van de bevolking echt bereid is om diep in de buidel te tasten om deze aanval van onze zuiderburen te weerstaan. Daarmee bedoel ik dat ze financiële pijn accepteren. Maar dat is niet hetzelfde als blijven kiezen voor een premiumproduct zoals we dat hier verkopen. Maar ja, dat is ook een offer dat wij dan maar bereid moeten zijn te brengen.’