Wat de melkveesector onder leiding van LTO – lees ZLTO – en de zuivelindustrie in 2016 naliet, regelt landbouwminister Carola Schouten nu via een structuurmaatregel zelf: alle melkveebedrijven moeten over tien jaar grondgebonden zijn. Dit komt naar verwachting ergens uit tussen de 2 en 2,6 GVE per hectare koop- of gebruiksgrond in een straal
van enkele tientallen kilometers rond het bedrijf.

Op Netwerk Grondig na schreeuwen alle belangenbehartigers moord en brand. Waarom? Dat Cumela tiert is logisch, een flink deel van hun intermediairs moet op zoek naar ander werk. Maar waarom ook de anderen? Bijna 70 procent van alle melkveebedrijven voldoet nu al aan een realistisch criterium van 2,3 GVE/ha en wordt in ruil voor een eenvoudig systeem van staarten en hectares tellen gevrijwaard van een enorme bak aan regels, administratieve lasten en adviseurs die voor € 100 per uur alles wel even willen invullen. Peperdure fosfaatrechten kunnen de prullenbak in.

Allerlei problemen die nu op het bordje liggen van de sector, zoals het verminderen van ammoniak, broeikasgassen en fijnstof, worden getackeld. De mest van kalveren, kippen, varkens en geiten gaat volledig naar mestverwerkers, de kans op fraude en gesjoemel wordt geminimaliseerd. Van de 15.000 melkveebedrijven in Nederland moeten er 4.500 hun veestapel inkrimpen of land aankopen. Deze ondernemers krijgen tien jaar de tijd om zich aan te passen en voor het gros van deze bedrijven is die aanpassing niet onoverkomelijk groot. Voor de melkveesector als geheel is de historische move van Schouten een zegen, mits ze alle regelgeving inclusief fosfaat – en stikstofrechten ook daadwerkelijk overboord kiepert en de boeren bevrijdt van administratieve lasten.

LTO is boos omdat de minister het uitgedokterde maatwerksysteem van de organisatie negeert. Maar de afgelopen jaren bewezen keer op keer bewezen dat de sector de verantwoordelijkheid voor dat maatwerk niet aankon. Daardoor zitten we nu opgescheept met fosfaatrechten. Je kunt Schouten veel verwijten, maar dit document is de stip op de horizon waar de sector zelf al zo lang om vraagt.

Ga aan de slag melkveesector en je hebt straks een ijzersterk verhaal, eindelijk verlost van de eeuwige discussie dat er te veel mest wordt geproduceerd, dat je het milieu te zwaar belast. Die kaart kunnen de milieuorganisaties straks niet meer spelen. Op verjaardagsfeestjes kunnen melkveehouders in twee zinnen uitleggen hoe zij hun milieuprobleem hebben getackeld. Einde discussie.

Zeker, deze nieuwe realiteit vraagt om nieuw ondernemerschap. Hier en daar gaat het pijn doen en zullen melkveehouders moeten verhuizen richting voldoende grond. Die grond is er, ruim de helft van alle boeren heeft geen opvolging. Bovendien heeft de melkveesector in de afgelopen dertig jaar bewezen dat het inventief genoeg is om bedreigingen om te buigen in nieuwe kansen. Het chagrijn bij de landbouworganisaties is dan ook vooral gebaseerd op eigen belang, niet op dat van de sector als geheel.

Jelle Feenstra & Sjoerd Hofstee

 

Deze column is geschreven voor magazine Agrarische Schouw dat vanaf 24-9-2020 verspreid is in Noord-Nederland.

Vorig artikel82 procent melkveehouders onder 2,6 GVE/ha
Volgend artikelVogelaar & Haanstra: ‘Hou op met gezeik over natuur en klimaat’