‘Waarom hoor ik jullie geluid toch zo weinig in Den Haag’, zei minister Carola Schouten recent tegen kringloopmelkveehouder Peter Oosterhof uit Foxwolde. Voor de boer uit Drenthe aanleiding om dit opiniestuk te schrijven.

Meer, meer, meer! Jarenlang was dat het beleid in boerenland: nooit meer honger, hogere productie en een betere efficiëntie. Gas erop! Nu opeens moet het minder: minder mest, minder medicijnen, minder stikstof, minder vee volgens sommigen. Op naar de Kringlooplandbouw, okay. Maar hoe dan? Grassen, jarenlang geselecteerd op de hoogste opbrengst, kunnen niet opeens zonder de bijbehorende bemesting. En koeien gefokt op extreem veel melk zul je daar ook naar moeten voeren, anders is het vragen om problemen.

Koeien aan het grazen in kruidenrijk grasland, beeld van het melkveebedrijf van Peter Oosterhof. Foto: Peter Oosterhof

Zie je wel dat het niet kan, zegt de vertegenwoordiger. En hij vertrekt met een gevulde portefeuille van het erf. Hij wel. Dan de stageloper, drie optimalisatieopdrachten moet hij uitvoeren. En alle optimalisaties moeten gepaard gaan met een investering. Wat gaat hier mis? Waarom geen optimalisatie door dingen minder of juist niet te doen? Dat vinden ze op school maar een vreemd idee. Hoezo, natuurlijke processen? En dat op een bodem die door jarenlange mestinjectie en het toedienen van kunstmest niet meer werkt. Toevoegen moet je. Zo niet, geen opbrengst.


Wat er niet in gaat, gaat er niet uit

De kringloopwijzer geeft het haarfijn aan: bij een lage melkproductie werk je niet efficiënt, volgens de door je krachtvoerleverancier ingevulde managementtool. Complete accountantskantoren verdiepen zich in het zo goed mogelijk toepassen van regelgeving, waar geen enkel weldenkend mens inmiddels nog maar ‘ene jota’ van begrijpt. Zonde. Deze mensen hadden zich beter kunnen verdiepen in dingen die er echt toe doen. Hebben boeren wel een verdienmodel? Of zijn we het?

Op mijn eigen bedrijf heb ik vijf jaar geleden het roer radicaal omgegooid. Bio, natuurinclusief, kringloop en zelfs regeneratief word ik tegenwoordig genoemd. Ook hier gaat heus niet alles goed. Maar we gaan zeker in de goede richting. Het roer weer zelf in handen. Er wordt weer verdiend. Stoppen met brandjes blussen, dingen weg laten in plaats van toevoegen. Geen kunstmest betekent eiwitarmer voer, dus minder uitstoot van ammoniak. Simpel gezegd: wat er niet ingaat, gaat er ook niet uit. Veel beweiden betekent de hoogste voederwaarde direct de koe in en de mest, perfect gescheiden van de urine, direct weer terug op het land. Zonder tussenkomst van zware machines die de bodem vernielen. Ook geen onnodig gesleep met voer en mest. Scheelt allemaal gedoe, kosten en emissies.

Het levert ook meer kruiden en klavers op in het land. En door de bloeiwijzen van deze kruiden ook nog eens meer insecten, dus meer bestuiving en weer meer voer voor de vogels. Winst, op alle fronten! Okay, het is mijn manier. En het past bij mij en mijn bedrijf. Dat is ook voor iedereen weer verschillend. Als je gelukkig wordt van 10.000 kilogram melk per koe, moet je niet zo gaan werken. Maar laten we elkaar vooral respecteren.

‘Waarom hoor ik jullie geluid zo weinig in Den Haag, zei de minister tegen mij’

Laatst mocht ik op gesprek bij de minister, zij was erg geïnteresseerd in onze bedrijfsvoering. Waar loop je tegen aan? Waarom ben je omgeschakeld? En wat kan LNV voor je betekenen? Waarom hoor ik jullie geluid hier zo weinig in Den Haag? Een heleboel vragen, maar vooral de laatste vraag blijft constant in mijn hoofd: waarom hoor ik jullie geluid zo weinig in Den Haag? Waar is het geluid van de kringloopboer? De boer die al anders boert. Maar ook de boer die eigenlijk wel anders zou willen, laat te weinig van zich horen. Logisch eigenlijk, want welke lobbyende toeleverancier maakt zich druk om een groep boeren waaraan niets te verdienen valt? En dat terwijl deze groep boeren al een behoorlijk eind op weg is naar een robuuste toekomstbestendige manier van werken.

Innige omhelzing tussen Peter Oosterhof en landbouwminister Carola Schouten, tijdens een overleg in Den Haag. Op de voorgrond een medewerker van LNV. Foto: Theunis Piersma

Dat de minister deze vorm van boeren omarmt, heb ik letterlijk aan den lijve ondervonden (zie foto). Wellicht heeft deze knuffel mijn objectieve beeldvorming wel iets vertroebeld….ik ben tenslotte ook maar een man. Zelf ben ik aangesloten bij vele organisaties: LTO, NMV, VBBM, Netwerk Grondig, Biohuis, Natuurweide, Caring Farmers en waarschijnlijk ben ik er ook nog een paar vergeten. Maar welke organisatie brengt nu precies het geluid van mijn groep boeren in Den Haag? De LTO zal vooral spreken namens het gemiddelde lid, logisch. Maar wat als je te ver van het gemiddelde bent afgedreven? De natuurweide zal lobbyen voor de biologische sector. Maar wat als je geen bio bent maar wel zoveel mogelijk kringlooplandbouw op je bedrijf toepast?

Kunst van het weglaten belonen met ruimte

Via de VBBM laat ik een getuigschrift opstellen. Dit is een soort duurzaamheidsrapport, zodat we niet alleen wat te vertellen hebben, maar ook iets tastbaars kunnen laten zien. Ook ben ik heel blij met hun inspanningen rondom mestkwaliteit en het bovengronds aanwenden van mest, echt een zegen voor de bodem. Dit geluid dringt langzaam door in Den Haag. Eigenlijk zou iedere kringloopboer en aanstaande kringloopboer zich moeten verenigen, zodat we gezamenlijk voor onze standpunten kunnen gaan staan. En dan een goed en duidelijk verhaal bij de minister neer kunnen leggen. Zodat ze weet dat we er zijn. En vooral, wat we allemaal (niet) doen.

‘Wij zijn geen schreeuwers, maar hebben wel een goed verhaal’

Minder toevoegen geeft minder emissies en minder gedoe. De kunst van het weglaten. Zo boeren zou moeten resulteren in minder regels en meer ruimte, in doelen in plaats van beperkingen. Laat de details aan de boer over, laat ieder binnen zijn of haar mogelijkheden de sterke punten van het eigen bedrijf benutten en aantonen. Maar waar het vooral om gaat: we moeten ons geluid meer laten horen in Den Haag. Anders krijgen we straks regels die niet voor ons bedoeld zijn. Dus kringloopboeren, verenigt u! Het liefst via eensgezinde samenwerking tussen bestaande clubs. Om te komen tot één geluid, één richting, zonder alle stappen vooraf te kaderen. Maar als dat niet kan, dan maar apart. Ons geluid moet harder. Wij zijn geen schreeuwers, maar hebben wel een goed verhaal. Geen blokkades, maar verder op onze weg vooruit!

Vorig artikelMarc ‘de Messias’ geeft zichzelf de Judaskus
Volgend artikelPremie voor AH-boer van A-ware naar 5 cent met ploegverbod