Royal FrieslandCampina (RFC) presenteerde donderdag haar halfjaarcijfers. Cijfers waarvan de tranen je bijna in de ogen springen. Een bedrijfsresultaat dat bijna 85% lager ligt dan een jaar geleden en een netto-winst die ruim 94%(!) daalde ten opzicht van het eerste halfjaar van 2022. Zijn ze bij RFC verleerd hoe je zuivel moet verkopen? Daar lijkt het wel op.

Voor de nieuwe topman Jan Derck van Karnebeek geldt één voordeel: met veel mindere cijfers kon hij bijna niet binnenkomen, wat de weg omhoog waarschijnlijk makkelijker maakt. Laten we het hopen tenminste, want wat RFC donderdag aan tussentijdse cijfers over 2023 bekend maakte, is niet best. Bijna de gehele winst is verdampt. En hoewel de markt volgens Van Karnebeek en financieel topman Hans Janssen verbeteringen laat zien, is het optimisme over de 2e helft van dit jaar ook bepaald niet overtuigend.

Natuurlijk, het tij zat het laatste halfjaar tegen. De inflatie liep bij de klippen op en de koopkracht stond, en staat, wereldwijd sterk onder druk. Lagen de opbrengstprijzen voor zowat alle zuivelproducten tot aan vorig najaar nog op een torenhoog niveau, die kwamen daarna in een vrije val. Om pas afgelopen voorjaar enigszins te stabiliseren. De voorraden moesten zodoende tegen veel lagere prijzen afgezet worden en elke dag werd er fors minder verdiend, of zelfs verlies geleden, op elke kilo melk die binnenkwam en werd verwerkt.

Of RFC zich wellicht aan te ruim voorraadbeheer heeft bezondigd? Of de aangeleverde melk in de ‘verkeerde’ producten verwerkte, gerelateerd aan wat de markt afgelopen voorjaar vroeg? ‘Nee, dat is beide niet het geval of had geen verschil gemaakt’, zei Janssen in een toelichting op de cijfers.

Verdienvermogen

Van Karnebeek benadrukte dat ook de top van RFC de cijfers absoluut ondermaats vindt en dat zij de mouwen opstropen voor verbetering. Daarbij noemt hij snijden in de kosten – hij wilde het sluiten van fabrieken en reorganiseren niet noemen, maar alles wijst erop dat dit er vanaf dit najaar al wel van komt – en het uitbreiden van het verdienvermogen. Dat laatste betekent concreet: meer verdienen aan de zuivel die wordt verkocht.

Gesneden in de kosten werd er de afgelopen jaren ook al fors. Gezien de dalende aanvoer van melkvolume is er vast nog wel wat ruimte, maar veel zal dat relatief gezien niet zijn. Bovendien houdt de huidige top van de onderneming en coöperatie vol dat volumebehoud essentieel is. Er wordt fors ingezet op werving van nieuwe leden en dus is het gevolg dat de huidige productiefaciliteiten waarschijnlijk zoveel mogelijk in tact blijven.

Betere resultaten zullen dus vooral moeten komen uit betere verkopen. Echter, kan het huidige RFC dat wel? Niets wijst daar echt op. Al meer dan vijf jaar presteert de onderneming matig tot ronduit ondermaats. Andere onderneming in Nederland en Europa zullen zeker ook moeite hebben met de ontwikkelingen op de markt de laatste maanden. Echter, de signalen zijn niet dusdanig dat de meesten er net zo onder leden zoals RFC doet. Blijkbaar lukte het hen, gemiddeld gezien, beter om tijdig bij te sturen en hun producten aan de man te brengen.

‘Corporate’

RFC is al jaren een multinational, maar de top van de onderneming is zich de laatste jaren, met de daarvoor verkregen ruimte van het coöperatiebestuur, ook meer en meer gaan organiseren als een multinational. Of als een ‘Corporate’, zoals dat in managementtermen wordt betitelt. Centraal aangestuurd, wordt de organisatie via verschillende managementlagen strak geregeld.

Probleem echter: RFC moet het geld vooral verdienen in Azië en Afrika en daar gelden vaak andere wetten van zakendoen. Daar snoepen slimme jongens, meisjes, mannen en vrouwen, werkzaam bij concurrenten, steeds meer van de RFC-koek af. Omdat zij vrijer en daarmee sneller kunnen handelen.

Gevoel bij zuivel ontbreekt

Ook ‘thuis’ stelde RFC de laatste jaren steeds vaker slim, hooggeschoold personeel aan dat duidelijk nog nooit een schep in de handen heeft gehad; laat staan een koe gemolken. Natuurlijk bepaalt dat niet hoe goed zij functioneren, maar in een zuivelonderneming helpt het sterk als je medewerkers echt gevoel hebben bij het product dat verkocht moet worden. Dat gevoel lijkt er telkens minder te zijn bij RFC. Dat wreekt zich nu het tij tegenzit.

Of misschien klopt dat laatste niet. Als Van Karnebeek de boel beter aan het draaien krijgt en, met zijn mensen, het tegendeel bewijst. In het belang van de RFC-leden én de hele Nederlandse melkveehouderij, is te hopen dat de nieuwe topman en grootste zuivelonderneming van ons land daar snel in slaagt.

Vorig artikel‘Deze uitgestoken hand hadden we moeten pakken’
Volgend artikel‘Nederland moet een Noaber-staat worden’