Sjoerd Hofstee, hoofdredactie Melk van het Noorden

Mijn jaarlijks kantinedienst stond begin deze maand op het programma. Die liep al op z’n eind toen een oudere man naar de bar kwam. ‘Het is toch wat met de boeren hé’, sprak hij mij aan. ‘Met dit beleid blijft er geen boer over. Niet best.’

Natuurlijk kan ik zijn woorden goed plaatsen. Het nieuws wordt er door beheerst en meer dan eens vervalt een ieder, in of rond de melkveesector, in het gevoel dat de mogelijkheden almaar beperkter worden. Natuurlijk is de impact van de hedendaagse problematiek ook niet te bagatelliseren. Voorop daarbij staat met stip: het verlies van derogatie. Het is nog niet eens 2026, maar het effect hiervan is inmiddels op veel melkveebedrijven al duidelijk voelbaar. En het gaat z’n verdere uitwerking ook zeker hebben; versneld zullen de komende jaren melkveebedrijven stoppen. Het is een hard gelag voor de sector, maar vooral voor menig individuele boer en boerin. 

Hoezeer dat ook realiteit is, is het niet waar ik aan moest denken bij de opmerking van de oudere man in de sportkantine. Mijn gedachten gingen juist uit naar de verschillende melkveehouders die we spraken en in beeld brachten de laatste weken, werkende aan dit magazine. Wat mij daarbij opviel: veel van hen brachten het onderwerp afbouw van derogatie uit zichzelf niet ter sprake. Niet omdat het hen niet raakt of bezighoudt, maar omdat ze over de hedendaagse problemen durven heen te kijken. 

Dat is ook iets wat ik met Henk Schoonvelde, voorman van de Nederlandse afdeling van de European Dairy Farmers (EDF), besprak. Schoonveld uitte de afgelopen jaren in zijn columns meermaals zijn boosheid over het gevoerde overheidsbeleid. Nu hamert hij juist op vooruit kijken en opnieuw: over de hedendaagse problemen heen kijken.  ‘Je kunt niet steeds maar boos blijven, dan heb je uiteindelijk alleen jezelf te pakken.’ Hij raakt daarbij geïnspireerd door verschillende collega’s die dergelijke stappen al duidelijk zetten, zegt hij in een interview met Melk van het Noorden.

Dat geïnspireerd raken, is precies de reden dat wij in deze editie van Melk van het Noorden volop aandacht geven aan net gepresenteerde plannen van negen melkveehouders in Friesland en Groningen. Allen op hun eigen manier schreven zij, onder begeleiding van Wageningen UR, hun visies over hoe zij in 2030 nog steeds ‘happy boer’ willen zijn. Of wellicht zelfs wel extra happy. De bedrijfsstijlen en visies zijn uiteenlopend, maar wat deze ondernemers verbindt is lef en vermogen om niet te blijven hangen in de problemen van vandaag de dag. Zij pakken nadrukkelijk zelf de handschoen op en werken aan een toekomstbestendig melkveebedrijf dat bij hun past.

Recent presenteerden vier politieke partijen een nieuwe politieke coalitie voor ons land. Deze nieuwe coalitie, met zijn opstelling en houding richting de agrarische sector, biedt menig melkveehouder nieuwe hoop. Dat is beslist mooi meegenomen, maar persoonlijk put ik meer hoop uit de opstelling en het doorzettingsvermogen van menig melkveehouder. Om die reden hebben de Dag van Melk van het Noorden op 27 juni, waar u natuurlijk van harte welkom bent, gedoopt met het thema ‘Wat nou geen toekomst voor melk!’ Want veel meer nog dan de politiek, houden melkveehouders zelf de hoop springlevend dat er volop toekomst blijft voor deze sector.

Vorig artikelNederlander verovert Frankrijk met hooimelk
Volgend artikelNegen plannen om ‘happy’ boer te zijn in 2030