Er is veel gezegd en geschreven over de stopzetting van het NPLG. En het moge duidelijk zijn: voor de mensen die zich hiervoor ingezet hebben, is het bijzonder zuur. Jaren van hard werken lijken voor niets te zijn geweest. Van de oorspronkelijk € 25 miljard is er nog maar 5 over. Mensen zijn er oprecht ontstemd over. Nooit eerder was er zo’n groot budget beschikbaar om de landbouw te hervormen. Al dat geld is nu weggesluisd. En dat door partijen die juist zeggen de landbouw een warm hart toe te dragen.

Toch voel ik een zekere opluchting. Het klinkt misschien hard, maar als ik langer nadenk over het verdwijnen van dat geld, zie ik vooral een positieve kant. Het biedt ons de kans om ons weer te concentreren op de zaken die er écht toe doen.

We leven in een tijd waarin de economie bepaalt. Landen met een hoge welvaart zijn vaak stabiel, omdat voedselzekerheid, veiligheid en welzijn gewaarborgd worden door beschikbaarheid van financiële middelen. Als deze drie factoren gewaarborgd zijn, kunnen de wensen volgen. En in dat laatste ligt vaak nonchalance en hoogmoed op de loer. Want als je te veel uitgeeft, loop je het risico nonchalant om te gaan met de rendabele zaken waar de economie op draait, waardoor je op termijn de fundamentele basis aantast.

Met de stopzetting van het NPLG is er een zak met geld verdwenen en zijn grote plannen in rook opgegaan. Plannen voor verduurzaming en natuurdoelen, die wellicht waren gebaseerd op economische modellen die veelal onrendabel waren. Dit betekent niet dat verduurzaming niet belangrijk is, maar wel dat het teruggebracht moet worden naar het economisch realisme. Hoe vinden we binnen onze economische kaders een oplossing voor verduurzaming die economisch niet leunt op gesubsidieerde vormen? Dat is de vraag.

Met het wegvallen van het geld van het NPLG kunnen we niet anders dan verbinding zoeken met het economisch systeem. Het dwingt ons keuzes voor verduurzaming beter te overwegen en vanuit verbinding te redeneren. Een gezamenlijke zoektocht is met het wegvallen van NLPG een vereiste om vooruitgang te boeken. Een gezonde wederkerige verhouding tussen overheid en ondernemerschap.

En let wel, ik benadruk het nogmaals. Ik zie de opgaven, ik voel mijn verantwoording, zie een gezamenlijke zoektocht en geloof vanuit die context in verduurzaming. Want een gezonde bodem is niet alleen belangrijk voor koolstofopslag, maar ook voor voedselzekerheid. Circulariteit betekent niet alleen een forse CO₂-reductie, maar ook minder afhankelijkheid van kunstmest en daarmee van Rusland.

We kunnen in Nederland koploper worden op het gebied van bodem, kennis, en niet efficiëntie maar effectiviteit. Vanuit ondernemerschap werken aan integrale vraagstukken die ook economisch rendement opleveren. We zouden een gidsland voor de wereld kunnen zijn. Het verlies van het NLPG kun je daarom samenvatten in: ‘What doesn’t kill you, makes you stronger’.


Pieter van der Valk

Melkveehouder in Ferwoude

Vorig artikelFrieslandCampina kiest de aanval met ‘overname’ Milcobel
Volgend artikelDe toonaangevende agrarische natie Nederland