10% van de droge koeien heeft voor het afkalven een ontstekingsrespons in het bloed. Een infectie, ontsteking, trauma of stress kunnen hiervan oorzaken zijn. Optimaal transitiemanagement, ondersteund met pensbestendige aminozuren en postbiotica, helpt volgens onderzoekers de kans hierop te verkleinen.

De cijfers over ontstekingsrespons bij droge koeien komen naar voren uit bloedmonsters van de Droogstandscheck van de GD, waarbij 21 tot 2 dagen voor het afkalven vier tot tien bloedmonsters worden genomen bij droogstaande koeien. Zo’n ontstekingsrespons geeft na het afkalven een grotere kans op gezondheidsproblemen zoals baarmoederontsteking, melkziekte, ketose, klauwaandoeningen en een lagere melkproductie.

Voordelen bloedonderzoek

Voeding en stress bepalen de weerstand van een koe. De voeding richt zich vooral op de voorziening van nutriënten. Factoren voor stress zijn onder andere het wisselen van groepen, wisselingen in het rantsoen, droogzetten, afkalven en de start van de lactatie. Deze laatste drie factoren zijn onvermijdelijk, maar het wisselen van groepen en veranderingen in het rantsoen kunnen soms wat meer geleidelijk worden aangepakt, vindt Saskia van der Drift, senior researcher bij Royal GD.

‘Door de groei van het ongeboren kalf en de geboorte, de start van de lactatie en de daling van de voeropname is er een grotere kans op een negatieve energiebalans. Een goede droogstand is dan ook een belangrijke voorwaarde voor een goede weerstand’, aldus Van der Drift. Zij was één van de sprekers tijdens de studiemiddag ‘Weerstand als basis voor een gezonde levensduur’ van Speerstra Feed Ingredients, onlangs gehouden in Scherpenzeel. Van der Drift: ‘Via bloedonderzoek kijken we onder andere naar de hoeveelheid acute eiwitten en de albumine-globuline-ratio (AG—ratio-MS) in het bloed. De AG-ratio geeft een totaalbeeld over wat er gebeurt in de lever. Een laag aandeel betekent een lagere melkproductie en een verminderde vruchtbaarheid na het afkalven.’

Uit cijfers van de GD-Droogstandscheck blijkt dat bijna 13% van de koeien waarvan bloed is afgenomen, te maken heeft met een negatieve energiebalans voor het afkalven. Dit heeft dus gevolgen voor de weerstand van de koe rondom het afkalven. Kanttekening hierbij is dat dit volgens de onderzoeker zeer waarschijnlijk geen Nederlands gemiddelde is. ‘De kans is aanwezig dat er gemiddeld meer bedrijven met problemen zullen deelnemen aan het bloedonderzoek.’

‘Bijna 13% van de koeien heeft negatieve energiebalans in droogstand’

Een laag bloedureumgehalte is ook iets om alert op te zijn. Dit geeft aan dat een koe mogelijk niet voldoende eiwit krijgt tijdens de droogstand. Eén op de vier koeien kampt met een lage ureumwaarde, blijkt uit cijfers van de Droogstandscheck.

Voldoende eiwitopname is in de droogstand belangrijk voor de biestproductie, biestkwaliteit, de groei van het kalf en om spierafbraak voor het afkalven te voorkomen. Van der Drift: ‘Het is belangrijk om hier aandacht voor te hebben. Je wilt niet dat koeien voor het afkalven spiereiwit gaan aanbreken en op die manier een valse start hebben.’

Meer focus op transitieperiode

Mark van Kleef, zelfstandig dierenarts en adviseur van Klevet Koeienpraktijk, ziet ook veel voordelen in bloedmetingen in de droogstand en na het afkalven. Hij werkt met een nieuw draagbaar meetapparaat (BoviLab) dat voor bloedonderzoek kan worden ingezet en waarmee de uitslag binnen korte tijd bekend is. Het apparaat meet onder andere tijdens de transitieperiode de energievoorziening, eiwitvoorziening en mineralenvoorziening.  De close-up-groep, 2 tot 20 dagen voor het afkalven, en de verse dieren, 1 tot 10 dagen na het afkalven, worden onderzocht.

‘De lever is een cruciaal orgaan tijdens de transitieperiode’, benadrukt Van Kleef. ‘Als een koe te veel vet moet aanspreken, zeker als dit al te vroeg voor de afkalfdatum gebeurt, levert dit problemen op. Het lukt de lever dan niet meer om de vrije vetzuren om te zetten in energie. Dit is schadelijk voor de gezondheid en kan bijvoorbeeld leiden tot slepende melkziekte en een lagere melkproductie.’

Rol van aminozuren

Juist om die uitdagingen de baas te kunnen zijn, is de opname van voldoende aminozuren belangrijk tijdens de transitieperiode, stelt Sion Richards van Balchem Animal Nutrition & Health.
‘Koeien hebben een negatieve aminozuurbalans tijdens de transitie als gevolg van een verhoogde behoefte en verminderde voeropname. ‘Spierverlies, lagere melkgift, mindere melkkwaliteit en impact op vruchtbaarheid en levensduur kunnen gevolgen zijn. Dit begint al voor het afkalven.’

Het is daarom belangrijk om pensbestendige aminozuren aan te vullen voor het afkalven. Het aminozuur lysine daalt sterk, maar herstelt zich meestal twee weken na het afkalven. Methionine, een ander aminozuur, is laag gedurende ongeveer een maand na het afkalven. Methionine heeft invloed op het transport van vet uit de lever. Hierdoor verbetert de leverwerking en wordt de negatieve energiebalans korter en minder diep. Richards: ‘Pensbestendige methionine en lysine verhogen het eiwitgehalte en de opbrengst van de melk en verhogen het aandeel melkvet en melkeiwit. Ook zijn deze voedingsstoffen gunstig voor onder andere de embryokwaliteit en de levensduur.’

Postbioticum ondersteunt

Wat ook kan helpen zijn postbiotica, bepleit onderzoeker Alessandro Zontini van Cargill Italy, die de resultaten van twee praktijkproeven op Italiaanse melkveebedrijven deelde tijdens de studiemiddag. Hij stelt ook dat verhoogde ontstekingswaarden voor het afkalven kunnen leiden tot een hoger celgetal en een tragere start. Daarom deed hij onderzoek naar het effect van het probioticum NutriTek, dat stelt het immuunsysteem te ondersteunen en helpt het celgetal laag te houden. Twee groepen van 17 koeien kregen zes weken lang hetzelfde rantsoen, maar de ene groep kreeg daarbij Nutritek aangevuld.

‘Het resultaat met dit postbioticum is minder energieverlies door ontstekingen en tot 3,1 kilo meer meetmelk per dag in de eerste 60 dagen van de lactatie’, aldus Zontini. De Italiaanse onderzoeker wijt dit onder andere aan de aantrekkelijke geur en smaak die Nutritek in het rantsoen brengt. Daarnaast wijst ook hij op de functie van de lever. ‘Alle koeien in de proef werden onderworpen aan de Lever Functie Index (LFI) en de helft bleek een vorm van ontsteking te hebben. Echter, bij sommige van die koeien was die erg laag en dat vertaalde zich duidelijk. Hoe lager de LFI hoe minder last de koeien hadden van klinische verschijnselen van ontstekingen. Het is niet zo dat er geen aanwijzingen meer waren dat er ontstekingsreacties optraden, maar de klinische symptomen namen duidelijk af. En belangrijk daarbij was dat celgetal lager was en bleef bij de controlegroep die de Nutritek kreeg toegediend. Op basis daarvan concluderen wij dat een probioticum zoals Nutritek koeien weerbaarder lijkt te maken.’

Smakelijkheid en geur beïnvloeden de opname van het voer.
Vorig artikelOok boervriendelijk kabinet bracht de boeren niks
Volgend artikelStudiereis naar het noordoosten van Duitsland, september 2025. Meld je nu aan