Een vlotte start van de grasgroei, gemakkelijk toe te passen en precieze bemesting; de ervaringen van maatschap Van der Meer uit Vrouwenparochie met vloeibare kunstmest zijn positief. ‘Komend voorjaar bemesten we onze eerste snede zeker weer met vloeibare meststof.’

Aan enthousiasme om te gaan boeren geen gebrek in huize Van der Meer in Vrouwenparochie. Vader Sybe zit aan tafel met dochter Yke, terwijl ook haar broers Jisse en Sjoerd graag tussen de koeien en trekkers werken. ‘In drukke tijden zijn er bij ons altijd mensen genoeg om te helpen’, vertelt Sybe die met zijn broer Hette de maatschap vormt. ‘Dat de kinderen zo enthousiast zijn, komt goed uit, want we zijn wel een beetje van het zelf doen.’ Mest uitrijden, zelf kuilen en daar is ook het bemesten met vloeibare meststof bijgekomen. ‘We hebben zelf een veldspuit om de mais te spuiten, dus toen Hoogland met de vraag kwam of we interesse hadden om vloeibare kunstmest te gaan gebruiken, wilden we dat wel proberen’, vertelt Sybe. ‘Ook omdat het een prijsvoordeel had ten opzichte van korrel-kunstmest. Dat prijsverschil is niet meer zo groot, maar we gaan ook dit jaar weer vloeibare kunstmest gebruiken.’

Eerste snee vloeibaar bemest

Yke vertelt dat ze in 2024 eind februari de vloeibare kunstmest al op de percelen hebben gebracht. ‘Het spoelt minder uit, dus we konden ook vroeger bemesten.’ Alle graspercelen, zo’n 85 hectare, kregen een bemesting op maat van 300 liter per hectare, oftewel een kleine 80 kilo zuivere stikstof per hectare. De zware maar vruchtbare kleigrond krijgt daarnaast nog een drijfmestbemesting wat de totale voorjaarsbemesting op 100 kilo zuivere stikstof per hectare brengt. ‘Het gras kreeg al snel na het bemesten kleur’, beschrijft Yke het effect van de vloeibare bemesting.

‘Het gras was ook wat steviger. Je hebt nog weleens van dat slappe voorjaargras, maar dit jaar stond er een stevig en vol gewas.’ De eerste snede kuilden ze de eerste week van mei in. ‘We kijken met het maaien vooral naar het weer, we hoeven niet per se een aartje in het gras te hebben om te maaien’, legt Sybe de strategie uit. Dat pakte dit jaar met een wat nattere mei-maand goed uit, zo bleek ook uit de ruwvoeranalyse. Om de hele winter dezelfde kuil te voeren, kuilen ze de eerste en tweede snede over elkaar heen. De voederwaardeanalyse gaf de VEM-waarde aan op 930 en het ruw eiwit op 156. ‘Bij de ruwvoeranalyse kwam de kuil in het optimum terecht en ja, het melkt best lekker.’

‘Met huidige mestmarkt blijven wij eerst wel even rustig’

Graan in rantsoen

In het rantsoen voor de 160 koeien wordt de kuil gecombineerd met mais en aangevuld met twee tot drie kilo graan per koe per dag. In de melkstal wordt de aanvulling met krachtvoer gedaan. ‘We verbouwen wat wintertarwe, die percelen ruilen we uit met een akkerbouwer die na het graan op het perceel aardappelen verbouwt’, vertelt Sybe, die aangeeft dat het aantal hectares graan varieert van zes tot elf.

Ook bij het verbouwen van het graan doen de Van der Meer’s veel bewerkingen zelf: ploegen, zaaien en ook de gewasbescherming. Het dorsen doet de loonwerker waarbij het graan geoogst wordt voor eigen gebruik. Het wordt geplet, aangezuurd en ingekuild in een silo’, vertelt Yke. ‘De oogst en het maken van de stropakken is bij ons een hele happening’, vertelt moeder Maaike. ‘Iedereen helpt mee, dat is echt een familiedingetje.’

Samenwerken met akkerbouwer

De samenwerking met de akkerbouwer zorgt er ook voor dat ze dichtbij huis mest kunnen afvoeren. ‘Eerder konden we altijd 100 kuub aanvoeren, nu moeten we door de aanscherping van de bemestingsnormen 500 kuub mest afvoeren’, vat Yke samen. Qua ruwvoervoorziening zijn ze zelfvoorzienend, gemakkelijk zelfs. ‘We melken 160 koeien en zitten ruim in de grond. We hebben achter de stal 35 hectare waar de koeien in de zomer weiden.’ Begin november gingen ze op stal voor het winterseizoen, na 1100 graas-uren. ‘Een aantal jaren geleden hadden we ook wel plannen om door te groeien naar 200 koeien en meer’, vertelt Sybe. ‘We hebben nog wel ruimte in de stal, maar met de regelgeving hebben we pas op de plaats gemaakt.’

30 jaar geleden verhuisd

Het bedrijf komt oorspronkelijk uit de regio Grou, van ‘de Burd’ om precies te zijn. Natuurontwikkeling maakte het noodzakelijk te verkassen, vooral ook omdat Sybe en Hette beide wilden boeren. Vader Æesge – inmiddels 81 jaar en nog elke dag op het bedrijf – verkaste zo’n 30 jaar geleden met het gezin naar Vrouwenparochie, met de Elfstedenroute naast het keukenraam. Op de boerderij van de familie Oostenburg die met stalnaam Súdhoekster furore maakte in de fokkerij van Fries-Hollandse koeien.

‘We hebben ook een Fries Hollandse-koe in de stal’, vertelt Yke trots. ‘En een blaarkop en andere kruislingen’, voegt Sybe toe. ‘De overheid heeft veel invloed op de bedrijfsvoering, maar welke kleur koeien je melkt, mag je zelf bepalen.’

Yke met vader Sybe van der Meer in de stal: ‘Boer worden is van jongs-af-aan mijn plan A geweest.’


Een uitbreiding in stalruimte en een 40-stands carrousel melkstal maken het bedrijf momenteel optimaal. ‘We zoeken naar een balans tussen grond en koeien en wat we zelf aankunnen wat werk betreft’, geeft Sybe aan. ‘Bovendien, we kunnen wel meer koeien melken, maar dan moeten we ook meer mest afzetten. Hoeveel verdienen we dan nog aan die laatste koeien? Wij blijven eerst nog wel rustig.’ 

Proeve van bekwaamheid

En mocht de volgende generatie er zin in hebben dan kan het altijd nog. Yke zit op het Aeres in Leeuwarden en volgt de opleiding veehouderij. Volgend jaar legt ze haar proeve van bekwaamheid af. ‘Ik zit met meer meiden op school, als vrouw in het melkveebedrijf stappen is helemaal niet meer zo bijzonder’, aldus de studente die naast haar opleiding in de buurt meehelpt op verschillende bedrijven met het verzorgen van de koeien. ‘Toen ik jong was, wilde ik altijd al bij heit wezen. Ik was altijd buiten, het zit in de genen. Boer worden is van jongs-af-aan mijn plan A geweest.’

Arjen Bijlsma: ‘Het ligt er vierkant op’

 

Vloeibare meststof heeft een meer efficiënte werking en geeft door de toediening met de veldspuit een mooiere verdeling over het perceel, geeft Arjen Bijlsma, akkerbouwspecialist bij Hoogland BV aan. ‘Het is een volledige ureum meststof, spoelt niet uit en is super opneembaar’, noemt hij de voordelen. ‘Als de bodem het toelaat kun je het dan ook vroeg in het voorjaar toedienen. Als het gras eraan toe is, kan het meteen bij de meststof.’ Het afgelopen jaar hebben zo’n twintig melkveehouders hun eerste snede met de vloeibare H-Line bemest. Deze winter breidde Hoogland BV de capaciteit uit en kunnen meer melkveehouders bediend worden met deze lijn. ‘Het is inclusief het toedienen wel wat duurder dan korrel-kunstmest, maar het levert altijd een hoger saldo en betere kwaliteit eiwit op.’

Vorig artikelVergisting: ‘Binnen enkele jaren los met eerste clusters’
Volgend artikel‘Wachten op de verplichte AOV is niet verstandig’