‘Elke ochtend zelf de koeien melken, zodat ik ze allemaal gezien heb en rustig weg kan.’ Dat was jarenlang de gedachtegang van Dirk Bruins, naast melkveehouder ook voorzitter van LTO Noord en vice-voorzitter van LTO Nederland. Toch staan er sinds september drie melkrobots. ‘Ik vind het boer zijn nu eigenlijk nog veel leuker geworden’, zegt Bruins zelfs.

‘Nu pas ontdek ik hoe gestrest ik eigenlijk de deur uit ging na het melken’, merkt Dirk Bruins (48) op. ‘Tegenwoordig begin ik met een bak koffie bij de computer en scharrel vervolgens even rustig tussen de koeien om ze op te halen en de boxen schoon te maken. Ik ken de koeien nu beter en loop met minder druk rond.’

Dirk is een echte koeienman. ‘Mijn voorzitterschap is geen carrièreplanning, dat is op mijn pad gekomen omdat ik mij ergens druk over maak. Ik ben boer en dat is de basis.’ Zijn bestuursfuncties, die hem ongeveer vierenhalve dag in de week kosten, waren de reden om zijn 150-koppige veestapel driemaal daags te gaan melken in de 25 jaar oude 2×10 zij-aan-zij melkstal. ‘Dan kon ik het ’s ochtends zelf doen en was er ook ’s avonds bij de laatste melking om 22.00 uur nog iemand in de stal.’

Toch werd het steeds lastiger om de arbeid rond te krijgen, want Dirk besteedt tien melkingen per week uit, naast de vier melkingen die vaste medewerker Tiemen doet. Daarnaast bood de goede melkprijs van het afgelopen jaar investeringsruimte én had Dirk zo’n vermoeden dat robotmelken meer rust zou brengen. En dat blijkt meer dan waar, zowel voor zichzelf als voor de koppel koeien.

‘Om verse koeien gezond te houden, vind ik strohokken niet nodig’

 

Weiden een must

Lely redeneert vanuit de techniek en heeft een eigen filosofie op robotmelken’, vindt Dirk, die daarom koos voor drie Lely A5 Astronaut melkrobots. Al had het niet veel gescheeld of het waren er twee geworden. ‘Ik heb overwogen om terug te gaan naar 120 melkkoeien in combinatie met agrarisch natuurbeheer. Maar zolang dat alleen maar een onkostenvergoeding oplevert is dat geen optie.’ Bij de verbouwing heeft Dirk vooral zijn eigen visie gevolgd. ‘Ik wil de robots op de plek van de melkstal, zodat het compact blijft. Daarnaast wil ik blijven weiden én vind ik een strohok bij de robots niet nodig.’

Dirk heeft een strak afkalfprotocol: kalf weghalen, koe in de robot en kalf direct biest geven. ‘Ik heb dus helemaal geen automatische hekken nodig om de koe vanuit een strohok naar de robot te brengen, want daar is toch altijd iemand bij. En verse koeien gezond houden moet je vooraf managen, zodat je geen strohokken nodig hebt.’ Weiden is voor Dirk, die zijn melk aan FrieslandCampina levert, een must.

‘Weidegang is het uithangbord van de melkveehouderij en daarnaast geniet ik er ook van. De koeien uit de wei halen geeft zoveel voldoening.’ Volgend jaar wil Dirk weer beweiden volgens het principe van Nieuw Nederlands Weiden, met elke dag een vers perceel. ‘Ik probeer het hele koppel een paar uur in de wei te houden achter de draad en dan vervolgens de koeien vrij te laten lopen’, filosofeert Dirk, die zijn selectiepoort eventueel kan inzetten als weidepoort. 

Celgetal verdubbeld  

De overgang naar de melkrobots is Dirk 100% meegevallen. Twee robots staan op de voergang, de derde staat in de hoek van de stal. ‘Op de derde dag ging een groot deel al zelf door de robots’, vertelt de melkveehouder, die inmiddels volop in de ombouw zit naar de vaste opstelling, waarbij de melkrobots in kassa-opstelling aan het begin van de stal komen te staan. De koeien lopen in één groep, met vrij koeverkeer en krijgen straks weer hetzelfde basisrantsoen van graskuil, maiskuil, mineralen, kalk, gerstemeel en een eenvoudige brok, naast de opstartbrok in de robots. Wel komt er een aparte groep voor droog te zetten koeien, die één keer per dag door de robot gaan. Ook komen er twee zwevende, op afstand bedienbare, hekken om een tijdelijke wachtruimte te creëren.

Zo’n 6 weken na de opstart, zitten de koeien al op 2,9 melkingen per dag. De productie is inmiddels weer terug op het oude niveau van 10.000 kilo melk per koe per jaar en Dirk verwacht een verdere productiestijging. Het kiemgetal en het zuurtegraad vet zijn prima, het celgetal is een uitdaging. ‘We zaten op een celgetal van 100, nu op 200, met name omdat koeien melk uitliggen. Ze werden nooit langer dan 8 uren achterelkaar  niet gemolken en nu soms wel.’ Het is dus nog best even zoeken wat het optimale moment is om koeien op te halen. Met wat meer ervaring en extra kalk in de boxen verwacht Dirk dat hij het celgetal weer kan laten dalen. ‘100 is volgens mij niet haalbaar, maar ik wil minstens naar een celgetal van 150 toe.’

Dirk Bruins: ‘Ik ken de koeien nu nog beter en loop met minder druk door de stal’

Extra data helpt

Dirk is in het gezinsbedrijf niet de enige die plezier heeft van de melkrobots. Oudste zoon Bart (13) kijkt zelf in de computer naar ophaalkoeien en gaat die vervolgens samen met zijn opa ophalen. ‘Daar genieten zij én ik van, de robots geven ons allemaal extra energie’, vertelt Dirk enthousiast. De omschakeling levert ook een flinke arbeidsbesparing op; de complete melkerspool van 10 melkingen á 2,5 uur is overbodig.

Medewerker Tiemen, die inmiddels al meer dan dertien jaar 25 uur per week voor de koeien zorgt, kan nu meer tijd in de koeien stoppen. Ook is Dirk blij met de data die de robots en halssensoren opleveren. ‘De combinatie van herkauwactiviteit, stappen en liggedrag met kleur, geleidbaarheid en temperatuur van de melk, maakt dat je echt bovenop de gezondheid van de koeien kunt zitten.’ Plezier hebben in wat je doet én vrijheid zijn voor Dirk belangrijke waardes. Dat ervaart hij dankzij medewerker Tiemen én de melkrobots. ‘Ik wil mijn boterham met de koeien kunnen verdienen én de vrijheid hebben om misschien in de toekomst ook wel eens iets helemaal nieuws buiten het bedrijf te kunnen doen’, besluit Dirk ondernemend.

Vorig artikelMestafzet besparen met vergisting en strippers
Volgend artikel‘Stoppen met melken doet pijn, maar is een bewuste keuze’