Een kwart eeuw geleden was het Koepon bedrijf in Feerwerd een pionier met automatisch melken. Toentertijd werd het geen succes. Hoe anders is dat nu: met zes Lely A5-melkrobots pas een half jaar in gebruik zijn de prestaties van de veestapel al duidelijk verbeterd.
Een paar nachten heeft hij er zeker slecht van geslapen. Dat geeft bedrijfsleider Marcel Rijkers direct toe. Want hoe tevreden hij nu ook is over de switch naar robotmelken, zonder de nodige stress ging het zeker niet gepaard. Het is ook niet niks: 350 koeien in één keer van driemaal daags melken overschakelen op automatisch melken. Toch was daartoe besloten en werd de sprong gewaagd.
‘In het voorjaar van 2021 vertelde Wijnand Pon mij dat een overstap bij ons nog minimaal twee jaar zou duren’, vertelt Rijkers. Het Koepon bedrijf in Schotland was toen net overgeschakeld en ook in Oost-Duitsland werd in mei 2021 de overstap gemaakt naar melkrobots. ‘Diezelfde zomer kwam Pon mij al vertellen dat hij erg enthousiast werd van de ervaringen daar en een paar maanden later vroeg hij mij al om serieus uit te rekenen wat het voor ons kon betekenen.’
3 cent winst per kilo melk met fokkerij
Naast bedrijfsleider Marcel Rijkers werken er bij Koepon Feerwerd vier fulltime en twee parttime medewerkers. Bij het bedrijf hoort 200 hectare gras, 33 hectare tarwe en gerst, 14 hectare snijmais en 3 hectare voederbieten.
Het bedrijf kent 410 melk- en kalfskoeien en circa 265 stuks vrouwelijk jongvee. Daarvan zijn 155 jonger dan een jaar, een deel daarvan gaat als kalf ook via veilingen weg.
Jaarlijks worden 200 jonge stiertjes getest. Twintig gaan naar de KI en circa tien vertrekken als dekstier. De rest valt alsnog af, maar met een score van 10% KI-stieren is Rijkers tevreden. ‘De hele fokkerijtak levert ons de laatste jaren 8 cent extra omzet op tegenover 5 cent meer kosten per kilo melk. Op een totaal volume van dit jaar 4,8 miljoen kilo melk kun je het plusje uit deze neventak wel uitrekenen.’
De bedrijfsleider werkte verschillende scenario’s uit. Hij berekende dat er 60 arbeidsuren per week, vooral aan inhuur van losse melkers, kon worden bespaard. En dat de productie wellicht nog wel wat kon stijgen, ondanks dat er al driemaal daags werd gemolken. ‘De grootste puzzel was de inpassing. In de bestaande stal pasten de zes robots eigenlijk net niet helemaal. Dat dilemma heb ik Wijnand Pon voorgelegd. Hij zei: goed dat je alles hebt doorgerekend en bekeken. Als het moet dan moet het en breiden we de stal met twee spanvakken uit.’
‘Zo is Pon. Denk niet dat wij hier de investeringen niet terug moeten verdienen. Dat moet wel degelijk. En ook alle arbeid die hier betaalde arbeid betreft. Maar Pon hakt knopen door en kan heel snel beslissen. Zonder ooit terug te kijken in rancune. Ik bedoel, het eerste avontuur met automatisch melken hier liep op een teleurstelling uit. Maar de huidige technieken zijn zover doorontwikkeld dat de tijd er nu rijp voor was.’
Meer melk en eiwit
Met twee spanvakken erbij werd voldoende ruimte gecreëerd om zes melkrobots in het midden van de stal te positioneren. In de tweede week van november 2022 werd gestart met 350 koeien in totaal bij de melkrobots. ‘Ik heb Lely moeten beloven dat we gingen opstarten met minder dan 60 koeien per robot. Met een gemiddelde productie van toen al 35 kilo per koe per dag moest er immers meteen veel melk per robot worden verwerkt. Nu, een half jaar later, lopen aan de ene kant van de stal 175 oudere koeien bij drie melkrobots en aan de andere kant 185 jongere koeien. Daarnaast lopen er gemiddeld vijf koeien een tot drie dagen in het strohok tussen de robots die net hebben afgekalfd.
‘Melksnelheid is iets waar we binnen de fokkerij nu meteen extra op letten’
‘Door de jonge en oude koeien zo te scheiden en in één groep te houden, hoeven we weinig te wisselen en creëren we rust. In totaal zitten we echter al wel redelijk tegen de maximale capaciteit aan. Met een productiestijging van gemiddeld 35 kilo naar 38,5 kilo melk per koe per dag, verwerken alle robots nu tussen de 2.300 en 2.400 kilo melk per dag. En het streefaantal van 1.080 bezoeken per dag halen we sinds kort ook’, vertelt Rijkers.
‘Dat betekent een gemiddelde van 3x daags melken. Natuurlijk hadden we dat in de melkstal ook al, maar het grote verschil is dat de oudmelkte dieren nu tweemaal komen en nieuwmelkte vaak viermaal per dag. En dat betaalt zich uit. Want zelfs veel oudere koeien zie ik nu in de piek al klimmen boven de zestig kilo per dag. Dat valt mij echt mee, dat ook die dieren zo vlot wennen, zich aanpassen aan dit systeem en hun prestaties dus zelfs nog verbeteren. Zo bekeken heb ik ook nog wel goede hoop dat de melkproductie verder stijgt. Vorig jaar leverden we met 410 melk- en droge koeien 4,4 miljoen kilo af op jaarbasis en nu koersen we al op 4,8 miljoen. Dat is mooi, maar die 400.000 kilo extra moet de investering ook terugverdienen. Dat lijkt goed te lukken, omdat ook het eiwitgehalte van 3,4 naar 3,6% is gestegen.’
De nodige uitdagingen
Dat het robotmelken na een half jaar al zo vloeiend loopt op het Koepon-bedrijf, betekent niet dat de opstart niet voor de nodige uitdagingen zorgde. Zo nam het aantal problemen met uiergezondheid een maand na de start toe. ‘De boxen waren minder schoon doordat we minder systeem in het verschonen en bijstrooien hadden. De koeien zijn immers nooit meer allemaal een keer uit een deel van de stal zoals dat voorheen in de wachtruimte wel gebeurde’, vertelt Rijkers.
‘Inmiddels is dat probleem getackeld en hebben we het weer onder controle. Het celgetal daalde weer naar 200. Dat moet nog iets verder terug, maar dat zal ook lukken. Het zijn begrijpelijke aanloopproblemen waar je bij de opstart van zo’n project, zeker met onze omvang én het feit dat alle robots redelijk maximaal bezet zijn, te maken krijgt.’
Open Dag
Koepon organiseert in samenwerking met Lely en een aantal andere partijen op donderdag 29 juni een open dag voor alle belangstellenden. Van 10.00 tot 16.30 uur zijn bezoekers welkom op de Torensmaweg 2 in Feerwerd. Naast een bedrijfsbezoek kunnen bezoekers in gesprek gaan met vertegenwoordigers van verschillende bedrijven. Ook wordt er een veiling georganiseerd waarbij vijftien hoogwaardige jonge dieren onder de hamer gaan.
Om de capaciteit maximaal te benutten, worden de fokkerijkeuzes ook al bijgestuurd. ‘Natuurlijk is speenplaatsing nog belangrijker bij robotmelken, maar vooral melksnelheid is van groot belang. Wij meten nu een verschil van 0,9 tot 8 kilo melk per minuut in melksnelheid.’
Bedrijf niet ‘af’
Het is finetuning waar Rijkers over spreekt. Dat het systeem als geheel al zo vlot zo goed draait, doet hem veel deugd. Je zou zo’n beetje denken dat het bedrijf daarmee bijna ‘af’ is. ‘Dat is het zeker niet. Wellicht besluit Pon over enkele jaren tot nog een uitbreiding. Dat is in Schotland ook gedaan nadat het een tijdje goed liep. Voor de kortere termijn kijken we hier naar de mogelijkheden van mest verwerken en stikstof kraken. Het kan ook zijn dat we versneld uit de derogatie stappen om meer land als bouwland te kunnen benutten. Dat kan wel eens voordelig uitpakken voor ons. Nee, ‘af’ is het nooit en dat is ook het mooie van werken op een Koepon-bedrijf. Saai is het hier nooit.’