Dankzij hard voeren van het jongvee weet familie De Groot scherpe resultaten te halen. ‘Goed kijken naar de resultaten en die vergelijken met collega’s, dat is mooi’, zegt Johan de Groot.
Doelgericht management zonder poespas. Dat kenmerkt de bedrijfsvoering van Jan (57) en zoon Johan de Groot (27). In het Overijsselse De Krim houden zij, waar nodig met hulp van hun vrouwen Mannie (58) en Denise (31), 120 melkkoeien en 45 stuks jongvee. Drie jaar geleden hebben zij deze moderne locatie gekocht, dicht bij hun vorige locatie die aan vervanging toe was. Van een oude ligboxenstal naar een stal van twee jaar oud gaf een flinke sprong: de dagproductie ging van 23 naar 30 kilo melk per koe. Van 80 koeien is de familie snel naar 120 dieren gegroeid.
De melkproductie lieten ze daarom bewust weer zakken wat het huidige rollend jaargemiddeld op 8.100 kilo melk per koe per jaar met 4,50% vet en 3,60% eiwit brengt. ‘Zo komen we twee fosfaatklasses lager uit en hebben we meer koeien, voor het geval er een referentiedatum voor stikstof komt’, legt Jan hun keuze uit. ‘Daarnaast willen we zoveel mogelijk eigen ruwvoer benutten’, vult Johan aan, die 50 hectare gras en 12 hectare maisland in gebruik heeft. Naast weidegang voeren de ondernemers in het najaar vers gras op stal. ‘Heel oktober hebben we dit jaar geen eiwit aangekocht’, zegt Johan zelfs, die deze zomer op een gemiddeld krachtvoerverbruik van 13 kilo per 100 kilo melk zat. Landwerk, klauwbekappen en insemineren doen vader en zoon zelf. Ze werken met kruisingen van Holstein x Montbeliarde x Holstein, op basis van aAa. 30% van het ondereind van de veestapel insemineert Johan met Belgisch Blauw. Er staat een koppel opvallend robuuste, brede, zelfredzame koeien met een extra spiertje, die met gemak hun productie aan kunnen. In de melkstal krijgen de koeien maximaal 8 kilo brok, wat Johan na tachtig dagen in lactatie snel afbouwt, aan de hand van de melkvoertabel.
Programmakalf biedt extra inzicht
Programmakalf van Denkavit is een samenwerking tussen melkveehouder, veehandelaar en kalverhouder. Het doel is gezonde en sterke kalveren in zowel de melkvee- als kalverhouderij, door onder andere informatie van de kalverhouder terug te koppelen naar de melkveehouder. Door gezamenlijke extra aandacht voor groei, vitaliteit en gezondheid, kan elk kalf meer rendement opleveren. Ieder kwartaal krijgt de melkveehouder een rapportage met het totaal eiwitgehalte in het bloed, een indicator voor biestopname en -kwaliteit. Daarnaast krijgt hij inzicht in het startgewicht, kalvervitaliteit (ijzergehalte), uitval tot dag 42 en het gemiddelde van de andere deelnemers. Sinds 2018 doen nu 1.000 melkveehouders mee. ‘Je ziet dat melkveehouders de opfok hebben aangepast door de rapportage. Van droogstandsrantsoen aanpassen tot overschakelen op melkpoeder. Hoe langer melkveehouders meedoen aan Programmakalf, hoe fanatieker ze worden’, vertelt Henk Sijtsma, jongveespecialist bij Denkavit. ‘Je ziet echt gezondere en betere kalveren en daarmee ook meer werkplezier voor de melkveehouder én kalverhouder.’
Humuszuur door de melk
In tegenstelling tot de koeien, voert De Groot de kalveren juist erg hard. ‘Voldoende ruw- en krachtvoer zorgen dat de voeropname het eerste jaar zo hoog mogelijk is.’ Dat is de filosofie van Johan. De droge koeien staan midden in de koeienstal. Vlak voor of tijdens het kalven verhuist de koe naar het aangrenzende strohok, waar ze het melkveerantsoen krijgt. De eerste dag blijft het kalf bij de koe. ‘Het geeft veel arbeidsgemak en de koe start vlot op’, ziet Johan, die vier dagen in de week buiten de deur werkt als voeradviseur. Op dag 2 gaat de koe het koppel in. Tijdens het melken doet Johan het kalf in een eenlingbox, waardoor hij weinig tot geen stress bij koe en kalf ziet. Na drie dagen biest krijgen zowel de vaars- als stierkalveren magere melkpoeder, waarbij de vaarskalveren op de top 990 gram poeder per dag krijgen. ‘Vanwege de stremming gebruiken we een product op basis van magere melkpoeder. Je merkt dat de kalveren zich voller voelen dan bij melkpoeder op basis van wei’, ervaart Johan. Elk kalf krijgt dagelijks 20 cc vloeibaar humuszuur door de melk heen. ‘Dit ondersteunt de darm en voorkomt kalverdiarree’, is de ervaring van Johan, die nog wel eens Cryptosporidium onder de kalveren had. ‘Afgelopen jaar heb ik maar één kalf met diarree gehad, terwijl we gestopt zijn met het enten van de droge koeien tegen RotaCorona’, vertelt Johan enthousiast. De kosten van het humuszuur zijn met € 2 per kalf voor de hele melkperiode ook een stuk lager dan de dure enting.
Inzicht in biestkwaliteit
Sinds twee jaar doet De Groot mee aan Programmakalf. ‘Het voordeel is dat wij meer inzicht krijgen in de kalveropfok’, vindt Johan. Door de rapportage van zijn afgeleverde kalveren, heeft Johan zijn kalveropfok aangepast. ‘We zagen dat de totaal eiwitwaarde in het bloed krap was. Dat betekent dat de biestkwaliteit onvoldoende is’, legt Johan uit, die sporadisch zelf met een brix-meter de biestkwaliteit bepaalt. ‘De bloedmeting van Programmakalf is betrouwbaarder’, ziet De Groot, die daarom meer eiwit in de droogstand is gaan voeren. ‘De droge koeien starten nu beter op. De totaal eiwitwaardes van onze kalveren zitten met 88% weer ruim boven de gewenste 80%.’
Op advies van zijn Denkavit-specialist is Johan zijn stierkalveren ook water gaan geven.
‘Na bloedmetingen zijn we meer eiwit in droogstand gaan voeren’
‘Elke dag vers water omdat de bacteriegroei anders snel oploopt.’ Dankzij de kwartaalrapportage kan De Groot zien of zijn opfok goed loopt. ‘Ik probeer de uitval op ons bedrijf te beperken, het is mooi als er dan ook geen uitval bij de vleesveehouder is’, vindt Johan, die tot nu nog geen uitval van zijn kalveren bij de vleesveehouder heeft gehad. Afgelopen kwartaal was het opzetgewicht van de kalveren op 19 dagen 54 kilo. Het ras vindt Johan zeker zo belangrijk. Met 77% luxe kalveren, uit de typering Luxe, Holstein plus of Holstein, tegenover het gemiddelde van 40% van de andere deelnemers is hij dan ook erg tevreden. Daarnaast kijkt de gedreven ondernemer naar vitaliteit, een maat voor het ijzergehalte in het bloed. ‘En dat dan weer vergelijken met de andere deelnemers, dat vind ik wel mooi.’
6 maanden op stro
‘Jongvee kost geld’, stelt Johan. Daarom worden niet meer dan 45 stuks gehouden en streeft de maatschap naar een levensproductie bij afvoer van minimaal 45.000 kilo melk. Vanaf dag veertien komen de vaarskalveren in groepshokken met een kalverbar. Ze krijgen brok, muesli, hooi en het koeienrantsoen. Na twaalf weken worden de kalveren gespeend. Tot zes maanden krijgen ze onbeperkt brok en blijven op stro. Eenmaal gehuisvest in ligboxen krijgen ze het melkveerantsoen met tot een jaar 2,5 kilo brok per dag en weidegang. Op de oude locatie lag de afkalfleeftijd van de vaarzen nog op 27 maanden. Dankzij hard voeren ligt dat nu op 23,7 maanden, dichtbij hun streefwaarde van 23 maanden. Bij een kruishoogte van 1.35 meter insemineert Johan zijn jongvee. Met gemiddeld 1,7 inseminaties is het jongvee drachtig. ‘Dankzij het goed voeren kunnen we met onze vaarzen ook hard melken’, besluit de gedreven Johan tevreden.