Het is niet zo dat banken niets meer willen in de melkveehouderij, maar moeilijker is het zeker wel geworden. En anders ook, stellen financieel experts Dick Bijlsma en Johannes Wassenaar van Ynsigt. ‘Lever je je jaarcijfers niet tijdig aan of benut je je kredietlimiet veel en vaak, dan beïnvloedt dat tegenwoordig de kans op een nieuwe lening én het rentepercentage.’

Het is een terugkerend verhaal onder melkveehouders: de bank hoef je niet eens meer te bellen, want die wil helemaal niets meer. ‘En voor de Rabo geldt dat nog het meest’, wordt er dan veelvuldig bij gezegd. Hardnekkig is ook het verhaal dat de Rabobank actief werkt aan het verkleinen van haar Nederlandse melkveehouderij-portefeuille. De reden zou zijn dat de AFM (Autoriteit Financiële Markten) de Rabobank op de vingers tikte en opdroeg eens goed naar de portefeuille te kijken. Omdat deze zo groot en daarmee risicovol is wanneer de melkveesector in zwaar weer komt of zelfs failliet gaat. De Rabobank zelf ontkent in alle toonaarden dat het uit is op het afbouwen van hun financieringsaandeel in de melkveehouderij.

Bijlsma en Wassenaar, die dagelijks agrariërs bijstaan bij onder andere complexe financieringsaanvragen, kennen de verhalen. ‘Voor de Rabobank speelt ook dat zij vanuit de glastuinbouw een aantal jaren geleden al de harde les leerden dat risico’s spreiden nodig is’, zegt Bijlsma. ‘En net als elke bank moeten ook zij aan veel strengere eisen voldoen door Basel-akkoorden die de laatste jaren vastgesteld. Daardoor zitten de Europese toezichthouders hun meer en eerder op de huid. Tel daarbij op het huidige stikstofdossier en je snapt ook wel in wat voor lastig parket de bank zit.’

Intensief beheer ingekort

Dit alles resulteert wel in een hardere en zakelijkere opstelling van de banken. ‘Dat valt niet te ontkennen en daar moet je als melkveehouder bewust van zijn’, stelt Wassenaar. ‘Tot een jaar of vijf geleden werd er, als je bij de bank aanklopte of de bank bij jou, ook nog wel gekeken naar hoe je bedrijf voorheen draaide. Die tijd is voorbij. Je moet nu steeds voldoende goede cijfers laten zien. Als dat even niet lukt en de bank trekt aan de bel, heb je vaak maximaal twee tot drie jaar om te bewijzen dat je bedrijf weer voldoende goede resultaten boekt. Die tijd moet je ook echt meteen benutten anders is het over en sluiten.’

‘Het stikstofkaartje speelt nog steeds een belangrijke rol’

Zijn collega Bijlsma vult hem aan: ‘Dat bedrijven eerder in Intensief Beheer worden geplaatst, speelt al langer. Maar onder invloed van de Basel-regels, zitten banken er veel strakker op. Je mag nu echt maar een beperkte periode van twee tot drie jaar in Intensief Beheer blijven. Om die reden zien we de laatste jaren ook een versnelling opkomen dat bedrijven naar een andere bank toe moeten voor hun financieringen, maar dat lukt helaas niet altijd.’

De financieel adviseurs benadrukken dat melkveehouders ook niet per se en altijd zenuwachtig hoeven te worden van de term Intensief Beheer. Banken passen het eerder toe en meer dan eens lukt het een melkveehouder, vaak met de juiste begeleiding, om er vlot weer uit te komen. ‘Ook wel binnen een half jaar, dat komt zeker ook voor’, zegt Wassenaar.

‘Kwetsbare sector’

Blijft overeind dat het verkrijgen van financieringen lastiger is geworden. In sommige gevallen zelfs veel lastiger. Dat de Rabobank de melkveesector als kwetsbaar heeft aangemerkt, versterkt die situatie.

Geld lenen wordt in veel gevallen lastiger en vraagt eigenlijk altijd een goed onderliggend plan.

‘Wij komen situaties tegen die op basis van de resultaten, de ratio’s die een ondernemer scoort, prima een financiering kan worden verschaft voor de plannen die gepresenteerd worden. Maar toch komt het geld dan niet’, vertelt Wassenaar. ‘Daarbij is duidelijk te merken dat het stikstofkaartje nog steeds een rol speelt, net als die term ‘kwetsbare sector’. Elke financieringsaanvraag die bij de Rabobank binnenkomt, gaat eerst naar een stikstoftafel. Alles wordt gecheckt, vooral ook welke vergunningen er wel en niet aanwezig zijn. Op basis daarvan wordt gekeken of er überhaupt een kans op het verstrekken van een lening is. Pas daarna wordt de financierbaarheid van het voorstel getoetst.’

Bijlsma vult aan dat de onzekerheid in de sector, door overheidsbeleid, enorm groot is. ‘Dat geldt ook voor banken en zeker voor de Rabobank. Naar hen wordt steeds gewezen. Hun imago staat maatschappelijk en politiek breed onder druk. Van daaruit is hun terughoudendheid en voorzichtigheid wel te verklaren.’

De financieel specialisten stellen dat dit niet betekent dat andere banken veel makkelijker zijn of helemaal niet het stikstofdossier meenemen in hun beoordelingen. ‘Als je geen NB-vergunning hebt, hoef je ook bij de ABN Amro of ING niet aan te bellen met een financieringsverzoek. Alleen staan zij vaak wel meer open voor ‘gewone’ verzoeken om de aankoop van een paar hectare grond op een paar kilometer afstand te financieren.’ 

Nieuwe werkelijkheid

Het is volgens de experts duidelijk dat naast dat banken strenger zijn geworden, zij ook zoekende zijn. Een grote onzekerheid is onder andere de opbrengstprijzen en kosten in de sector. Die liggen dit jaar veel hoger dan eerder. ‘Financiers kijken vaak naar de historie, maar ik denk dat de melkveehouderij in een nieuwe werkelijkheid zit. Een werkelijkheid waarin zowel de opbrengsten als kosten structureel en substantieel hoger liggen dan we altijd gewend waren’, zegt Wassenaar. ‘Presenteren wij nu een voorstel voor een melkveehouder bij de bank, dan rekent deze nog met een melkprijs van 35 tot 38 cent voor de komende jaren. Is dat reëel? Ik weet dat ook niet zeker, maar denk het niet.’

Hij licht toe dat dit nieuwe plannen doorrekenen en gefinancierd krijgen, bemoeilijkt. Maar dat een ander onderdeel daarop een nog veel groter effect heeft: de stijgende rente. ‘Waar banken voorheen vooral stuurden op reserveringscapaciteit, wordt nu met name gekeken naar marges en betalingscapaciteit. Door de stijgende rente op de kapitaalmarkt, gaan melkveehouders ook hogere rentes betalen op hun leningen. Dat verslechtert de liquiditeitsmarge en maakt ook dat je bij een verlenging van een lening of een nieuwe leningsaanvraag met hogere rentepercentages wordt geconfronteerd. Daarnaast is de rekenrente, de rente die de bank berekent in nieuwe voorstellen die je als ondernemer indient, duidelijk gestegen doordat de rente op de kapitaalmarkt dit jaar fors is gestegen. Dat maakt het er niet makkelijker op om een financiering rond te krijgen en zeker niet met passend voorwaarden erbij. Dat is vervelend, maar de realiteit waar we mee moeten dealen.’

Signaal gedreven

Wassenaar en Bijlsma benadrukken daarbij dat de systematiek bij banken, bij het beoordelen van nieuwe aanvragen en verlengingen van leningen, verandert. Ze schetsen dat de bank elk jaar alle financieringen tegen het licht houdt. Wie de rekeningen betaalt, rente en aflossing tijdig afdraagt en vooral een positieve marge draait, zal niet snel tegen een probleem aanlopen.

Maar ook deze ondernemers moeten zich bewust zijn van hun gedrag. ‘Onlangs werd een melkveehouder door zijn bank op de vingers getikt’, schetst Bijlsma een voorbeeld. ‘Het bedrijf draait prima en hij voldoet ruimschoots aan zijn verplichtingen. De aankoop van extra fosfaatrechten betaalde hij uit eigen middelen waardoor hij telkens tegen zijn kredietlimiet aan zit. Voorheen was dat nooit een probleem, maar nu gingen de ‘spreekwoordelijke’ alarmbellen af. Er lopen algoritmes in het bankensysteem die vaststellen dat deze ondernemer opvallend vaak een aanzienlijk kredietruimte gebruikt en daarmee krijgt hij een minnetje in zijn dossier. Dit betekent minder makkelijk een nieuwe lening en waarschijnlijk een iets hogere rente bij verlenging van leningen dan anders het geval was geweest.’

‘Wie vaak tegen het kredietlimiet aanzit, krijgt een minnetje in het dossier’

Zijn collega stelt dat je dit onterecht kunt noemen of hier kwaad om kunt worden, maar dat helpt niet veel. ‘Hetzelfde geldt wanneer jij de afspraak hebt gemaakt om je jaarcijfers voor een bepaalde datum in te leveren. Ben je daar te laat mee, of zet je per ongeluk een paar vinkjes verkeerd bij een online aanvraag, dan krijg je een aantekening in het dossier. Dit verhoogt je risicoprofiel en de rente die jij als ondernemer toegerekend krijgt. Alles bij de bank werkt tegenwoordig signaal-gedreven. Veel melkveehouders weten dat niet of zijn zich er niet van bewust. Tegen hen zeggen wij: welkom in de nieuwe realiteit.’

Uitbreiding erg lastig

Het is daarbij volgens Wassenaar en Bijlsma niet zo dat banken helemaal niets meer willen, maar lastiger is het wel. En zeker in gebieden dichtbij Natura 2000-gebieden. ‘Wie daarbij in de buurt boert, hoeft niet om financiering voor uitbreiding bij een bank aan te kloppen. Vervanging van gebouwen, als het bedrijf gezond is en goede resultaten laat zien, maakt nog wel kans maar uitbreiding is lastig in meerdere regio’s. Zo eerlijk moet je zijn.’

Als zelfs voor vervangingen de bank toch de hand op de knip houdt dan is er nog de mogelijkheid te kijken naar andere routes. ‘Grond in erfpacht doen kan een optie zijn, maar wij adviseren dat niet snel’, vertelt Wassenaar. ‘Particuliere beleggers kunnen vaker passende kansen bieden. Maar let op: dat moet je als aanvulling op je bankfinanciering zien. Een heel plan baseren op geld van particuliere beleggers is te risicovol en daarom niet verstandig. Bovendien, als je dichtbij een Natura 2000-gebied zit, doe je er zelf ook verstandig aan goed te kijken wat het perspectief is en hoe dat zich tot een financiersaanvraag verhoudt. Ook hiervoor geldt: zo eerlijk moeten wij, en de ondernemer zelf, zijn.’

Rabobank: ‘Helderheid nodig’

Rabobank is gevraagd om een reactie op dit artikel. Via woordvoerster Daniëlle Brouwer laat de bank het volgende weten: ‘Het is grote onzin dat ons doel zou zijn om de portefeuille te verkleinen. Wij willen juist al onze klanten helpen, of ze nu willen verduurzamen, innoveren, stoppen, extensiveren of verplaatsen. Daar is er wel helder overheidsbeleid voor nodig, zodat wij onze rol als financier goed kunnen uitvoeren.’

‘De stikstofproblematiek roept veel emotie op bij onze klanten. Terecht vragen zij ook van ons als bank helderheid wanneer wij wel of niet financieren. Maar door gebrek aan duidelijkheid wat de kabinetsplannen precies betekenen voor individuele agrarisch ondernemers, is daar helaas geen eenduidig antwoord op te geven. Voorop staat dat wij elke financieringsaanvraag individueel blijven beoordelen: leningen die we verstrekken moeten bijdragen aan het perspectief en het verdienmodel van een ondernemer en de verduurzaming van zijn of haar onderneming. Het mag duidelijk zijn dat we in belang van ondernemer en maatschappij intensiever met elkaar in gesprek gaan en strenger toetsen in geval van piekbelasters en bedrijvigheid nabij Natura 2000-gebieden.’

‘Het feit dat de melkveehouderij is aangemerkt als kwetsbare sector heeft geen enkel effect op de individuele ondernemer. Het is louter een voorlopige classificatie op papier, totdat er meer duidelijk is wat de stikstofplannen precies betekenen voor de melkveehouderij.’

Vorig artikelScherper op diergezondheid met vetzuurmeting
Volgend artikelRenze Broekens: ‘Je ontkomt niet aan precisielandbouw’