Komt het weer goed met FrieslandCampina? Het is een vraag die veel boeren bezighoudt. De zuivelcoöperatie die de ledenmelkveehouders jarenlang verwende met dikke nabetalingen zit in zwaar weer.

Melkveehouder Frans Keurentjes uit Groningen treft het niet. Als bestuurslid maakte hij na de fusie tussen FrieslandFoods en Campina de gouden tijden mee. Toeval of niet, sinds hij in 2016 voorzitter werd, ging het langzaam een beetje meer bergafwaarts. Een reconstructie.

Bomen tot in de hemel

Lange tijd rijgen de successen zich aaneen. De prestatietoeslag stijgt jaar na jaar. Prestatietoeslagen van 5 cent of meer zijn gezien de onbegrensde mogelijkheden in China en Azië een kwestie van tijd, aldus toenmalig voorzitter Piet Boer en zijn bestuurlijke
metgezel Frans Keurentjes. De begin 2015 aangetreden CEO Roelof Joosten – hij overleed dit voorjaar op 62-jarige leeftijd – is een en al bravoure en laat niet na de concurrentie uit te dagen iets te doen aan het gapende melkprijsgat tussen FrieslandCampina en de rest. De mooie winsten over 2015 en 2016, onder andere tot stand gekomen door eenmalige
meevallers, verbloemen de eerste haarscheurtjes nog. Een Russische zuivelboycot, meer druk op de afzet in China en een dalende vraag uit oliestaten beginnen de cijfers dan al naar beneden te halen. Halverwege 2016 vertrekt Piet Boer, reeds zittend bestuurslid Frans
Keurentjes wordt de nieuwe voorzitter.

Koers op minder melk

Keurentjes ziet dat er zwaar weer op komst is. De kosten stijgen te snel, verkopen in binnen- en buitenland stagneren en de melkplas in Nederland groeit verontrustend hard. Adviesbureau Bain wordt ingehuurd en de organisatiestructuur bij FrieslandCampina gaat volledig op de schop. Het zuivelbedrijf gaat werken in vier wereldwijde divisies. De raad
van bestuur krimpt van zes naar twee mensen. Tientallen topmanagers met veel zuivel- en marktkennis ruimen het veld. Joosten zegt dat de reorganisatie niet is ingezet omdat het
slecht gaat, maar dat het dak wordt gerepareerd nu de zon nog schijnt. Een paar weken later moet hij zelf het veld ruimen.
Hein Schumacher, tot dan financieel directeur, wordt zijn opvolger. Ondertussen vecht Frans Keurentjes als coöperatievoorzitter een zware strijd. In plaats van ‘laat de melk maar komen’ moet hij zijn collega-melkveehouders vertellen dat ze moeten minderen om het resultaat te verbeteren. Eerst via een standstill-maatregel, daarna via het fosfaatreductieplan en uiteindelijk via de melkaanvoerregulering.

‘BevrieslandCampina’

Dat de eens zo soepel lopende FrieslandCampina-trein aan revisie toe is, wordt voor de buitenwereld duidelijk bij de presentatie van de jaarcijfers in 2017. FrieslandCampina
noteert een winstdaling van bijna 40 procent en een nabetaling – prestatietoeslag +
ledenreservering – van nauwelijks meer dan 1 cent. Zulke historisch magere cijfers zagen de ledenmelkveehouders in tien jaar niet voorbij komen. Tot overmaat van ramp
komt FrieslandCampina een maand later met het plan om de melkaanvoer op de ledenmelkveebedrijven vanaf 2019 te gaan bevriezen.

BOEREN HEKELEN DE
AFSTANDELIJKHEID EN
AMBTENARENCULTUUR
BINNEN HUN COÖPERATIE

‘BevrieslandCampina’, kopt Melk van het Noorden in mei 2018. Melkveehouders snappen er niks meer van: waar is hun zuivelcoöperatie in hemelsnaam mee bezig?
Het is de welbekende druppel. Het bevalt boeren toch al niet dat FrieslandCampina hen met allerlei regeltjes de wet op het eigen erf denkt voor te schrijven. En dan nu ook nog – over de fosfaatrechten heen – een fabrieksquotum instellen? Bekijk het, zeggen ruim 200 melkveehouders. Ze vertrekken, met name naar A-ware in Heerenveen. ‘Daar weten ze tenminste wat er leeft onder de boeren’, is de teneur in de vertrekverhalen.
Langzaam wordt duidelijk dat FrieslandCampina te lang heeft gevaren op de goede resultaten in China. De winsten daar waren zo dik dat het de verliesgevende basiszuivel
altijd de streep overtrok. Maar de fraaie groeicijfers voor babyvoeding in Azië stagneren.

Melk last in plaats van lust

Over 2018 volgt een historisch lage nabetaling: 59 cent per liter melk. Desondanks pakt Hein Schumacher de handschoen met verve op. ‘In China sloegen we homeruns. Die tijd
is voorbij. Maar we maken wel weer honkslagen, daarmee kun je ook winnen’, zegt hij in augustus 2019 in een exclusief interview in magazine Agrarische Schouw. Een homerun
is onder andere de introductie van PlanetProof-melk, waarmee het merk Campina na zes jaar van daling eindelijk weer een opwaartse lijn in het Nederlandse supermarktschap
realiseert. Ook vertelt Schumacher dat RFC meer productie uitbesteed, zoals mozzarellakaas. ‘Zo worden we flexibeler, minder kwetsbaar.’
In maart 2020 lijkt die koers de eerste vruchten af te werpen. De nabetaling over 2019 bedraagt 1,38 cent per kilo melk, een ruimschootse verdubbeling ten opzichte van het voorgaande jaar. Hierin zit echter ook de opbrengst van de verkoop van stremselfabriek CSK in Leeuwarden.
Ondertussen zwelt het gemor onder boeren aan. Het geflirt van FrieslandCampina met
Natuurmonumenten kan hun maar matig bekoren. Het openen van de discussie over het updaten van de ledenfinanceriing wordt vertaald in: ‘Zie je wel, de fabriek staat op
omvallen.’ Ook voor het ‘geouwehoer’ met iets ‘onzinnigs’ als Koemonitor krijgt de zuivelreus de handen niet op elkaar. Ondanks vele bijeenkomsten en keukentafelgesprekken lukt het Keurentjes en zijn bestuursleden maar
moeilijk om boeren mee te krijgen in de zo noodzakelijke verduurzaming.

Geflirt van FrieslandCampina met Natuurmonumenten kan leden maar matig bekoren

Geen korte lijnen

Boeren blijven vooral de afstandelijkheid
en ambtenarencultuur binnen hun
coöperatie hekelen. ‘Bij A-ware
bel je met een vraag rechtstreeks
met directeur Klaas de Jong. En al
is het probleem dan ook niet altijd
opgelost, je wordt tenminste serieus
genomen. Bij FrieslandCampina wordt je geconfronteerd met onbekende
kantoormensen die je van het kastje naar de muur sturen’, is de geagiteerde reactie op menig boerenerf. Dat A-ware het in melkprijsprestatie jaar op jaar aflegt tegen FrieslandCampina verandert niks aan dat gevoel. De onvrede onder FrieslandCampinaboeren wordt onderstreept na een ledenonderzoek van de Nationale
Coöperatieve Raad (NCR). De conclusies zijn hard, maar duidelijk: meer dan de helft van de boeren voelt zich weinig betrokken bij Royal FrieslandCampina. Ze vinden dat het
bestuur niet goed luistert en ervaren een zeer beperkt gevoel van zeggenschap en invloed.

‘Perfect storm’

De hogere nabetaling blijkt een incident. FrieslandCampina schrapt in november 2020 ruim duizend banen en zakt in de Europese melkprijsvergelijking van plaats 2 in 2019 naar plaats 7 in 2020. De naar verwachting minieme nabetaling over 2020 zal daar geen verandering in brengen. Corona wordt aangewezen als de boosdoener: minder
verkoop aan horeca en restaurants.
Daarnaast kelderen om politieke redenen de winsten in Hong Kong en China. Olielanden hebben minder inkomsten en importeren daarom minder zuivel. En op thuismarkt Europa
wordt door moordende concurrentie geen rooie cent verdiend. Al jaren niet.
Hein Schumacher meldt dat zijn bedrijf in ‘a perfect storm’ is beland: alle ellende komt tegelijk. Vergelijkbare problemen bij tal van internationale zuivelbedrijven bewijzen dat hij geen onzin spreekt. Maar de term ‘perfect storm’ wordt binnen FrieslandCampina nu al een paar jaar gebezigd om de tegenvallende resultaten te verklaren. Net zoals Frans Keurentjes
en Hein Schumacher al een paar jaar beterschap beloven in meer ledenbetrokkenheid, kortere lijnen en transparanter communiceren.
Boeren zien het niet en voelen het niet. Komt het goed? De twee topmannen zijn
overtuigd van wel. Bij veel leden overheerst de twijfel.

De prestaties van FrieslandCampina vertonen al enkele jaren een dalende lijn.
Vorig artikel‘Eindelijk kan ik ligboxen automatisch vullen’
Volgend artikelStoppen met een plan