De kalveropfok op het bedrijf van Marian en Stef van Eijk uit Pesse is de taak van de boerin. Met toewijding en routine zorgt ze ervoor dat de kalveren een goede start krijgen.

Marian (43) en Stef (44) van Eijk en hun vier kinderen hebben een melkveebedrijf nabij Pesse met 140 melkkoeien en 65 stuks jongvee. Die veestapel presteert goed met een gemiddelde leeftijd van 5.09 en een jaarproductie van 9.800 kilo melk met 4,80% vet en 3,86% eiwit.
Zes jaar geleden bouwden ze een nieuwe melkveestal en in de oude stal wordt nu het jongvee gehuisvest. De jongste kalveren hebben hun vaste plek gehouden, in een stal los van het andere vee. ‘We zijn jaren bezig geweest met de bouwplannen’, vertelt Marian van Eijk. ‘We hebben de opfok in eigen beheer en kopen geen vee aan. Als je dan wilt bouwen en groeien, moet je daar de tijd voor nemen.’

‘Een kalf bij de koe vandaan halen, voelt niet altijd goed. Maar het hoort bij de melkveehouderij’

De kalveropfok is niet veranderd en is de verantwoordelijkheid van Marian van Eijk. De nacht voor het interview hebben er net twee koeien gekalfd. De moeders staan ieder in een afkalfbox trots bij hun kalfje. Een mooi gezicht, vindt Van Eijk. ‘Maar de kalfjes moeten straks echt naar de eenlingbox. Als ze langer bij de moeder blijven, krijg ik ze moeilijker aan het drinken.’
Het tekent de zorg die ze aan de kalveren besteedt. ‘Ik heb in de kraamzorg gewerkt en dat komt wel wat overeen’, lacht ze. ‘De zorg voor kind en kalf is in feite gelijk. Kalfjes zijn in het begin ook erg kwetsbaar, daar moet je goed op passen.’ Het kalf bij de koe vandaan halen, voelt niet altijd goed, erkent ze. ‘Maar het hoort bij de melkveehouderij. En je kunt zelf optimale zorg aan de kalveren besteden.’

Na de geboorte krijgen de kalfjes zo snel mogelijk twee tot vier liter biest en gaan ze naar de eenlingbox. Daar krijgen ze nog enkele dagen biest, waarbij Van Eijk de laatste dag al een beetje Denkamilk Royal 30 door de biest mengt (zie kader). Als de kalfjes van de biest af zijn, krijgen ze volledig kunstmelk en meteen ook wat kalverbrok.

Drinkautomaat

Een pasgeboren kalf bij de koe in de afkalfbox is een mooi gezicht, vindt Marian van Eijk. ‘Maar als ze te lang bij de moeder blijven, krijg ik ze moeilijker aan het drinken.’

De stierkalveren blijven twee weken in de eenlingbox en worden dan afgeleverd. De vaarskalveren gaan na één tot twee weken naar de groep in het strohok. Het moment van overzetten hangt af van de conditie van het kalf. In het strohok krijgen ze melk via de drinkautomaat. ‘Meestal moet ik ze er één keer in zetten en gaat de rest vanzelf. Het is net alsof ze het van elkaar zien.’

De kalveren blijven twaalf weken in het strohok met de drinkautomaat. Ze starten met vijf liter melk per dag en dit wordt in de loop van de weken opgeschroefd naar zeven liter. De laatste weken wordt de melkgift weer afgebouwd. ‘Met de drinkautomaat kan ik dat allemaal sturen. Het is een mooi systeem en voordeel van de kunstmelk die ik nu gebruik is onder meer dat het goed oplost en niet klontert.’ Vanaf het begin hebben de kalveren ook de beschikking over onbeperkt hooi, kalverbrok en drinkwater. Haar aanpak resulteert er onder andere in dat de totale kalveruitval, inclusief doodgeboortes,  niet hoger uitkomt dan 9%.

Van Eijk heeft vaste tijden voor haar werk bij de kalveren: ’s ochtends om 7 uur en ’s avonds om 6 uur is het voertijd. ‘En ik ga twee tot drie keer per dag nog even kijken hoe het gaat.’ Zo kan ze gezondheidsproblemen snel oppikken en actie ondernemen. ‘Meestal zijn er geen problemen, maar dunne mest wil wel eens voorkomen bij kalveren. Vooral bij de kleinsten in de eenlingboxen. Dan doe ik een darmondersteunend product bij de melk en als het erg is krijgen ze tussendoor dit ook nog wat opgelost in water.’

Biest controleren

De eerste stoot biest is van cruciaal belang, weet ze. Maar hoe weet je dat die biest goed is? Daarvoor laat ze ongeveer eens per jaar de kwaliteit meten door Denkavit. ‘Ik heb nu weer tien potjes in de vriezer staan die ik wil laten doormeten. Omdat ik het interessant vind om te kijken of er ook verschillen zijn. En om te kijken of de enting effect heeft.’ De droge koeien op het bedrijf worden namelijk gevaccineerd waarna ze antistoffen aanmaken tegen het Rota- en Coronavirus. Deze antistoffen komen in de biest en vormen een bescherming voor het kalf.

Kalvermelk stimuleert krachtvoeropname

Marian van Eijk voert Denkamilk Royal 30 (30% mmp) als toevoeging aan de kalveren. ‘Dat is melk met een hoog energiegehalte en zeer smakelijk, legt Henk Sijtsma van Denkavit uit. ‘Het is een gebalanceerde melk met een hoog aandeel zuiveleiwit. In combinatie met de kalverkorrel die voerleverancier Wiebren van Dijk uit Hijken levert, zorgt dit voor een efficiënte groei per kalf per dag. Het is daarbij wel belangrijk dat het kalf ook water beschikbaar heeft, voor een goede fermentatie van het krachtvoer in de pens. En des te eerder de ontwikkeling van de pens goed op gang komt, des te eerder ook ruwvoer kan worden verteerd. Alles voor een optimale groei.’

De biest wordt gecontroleerd op de hoeveelheid immunoglobuline G (IgG) die er in zit, legt Henk Sijtsma van Denkavit uit. ‘Biest is vloeibaar goud’, zegt hij. ‘Het bevat noodzakelijke afweerstoffen voor het kalf. Ook de antistoffen die door de enting worden gevormd, moeten via de biest worden opgenomen. En hoe korter na het afkalven, des te beter de kwaliteit van de biest is. De capaciteit van een kalf om antistoffen (IgG’s) op te nemen, neemt snel af na de geboorte. Na zes uur is de absorptiecapaciteit teruggelopen naar circa 50 procent. Daarom is het zo belangrijk dat het kalf zo snel mogelijk na de geboorte de eerste biest krijgt. Door een steekproef te nemen van de biestkwaliteit van tien tot twaalf koeien, krijgen we een goede indicatie van de gemiddelde biestkwaliteit op een bedrijf’, vervolgt hij. ‘Eventuele problemen kunnen we dan met de veearts of voerleverancier bespreken en zien op te lossen.’

Ervaring

‘Ik ben wel nieuwsgierig om te zien of er ook verschillen zitten in de biest, maar laat mijn werk in de kalveropfok verder niet te veel afhangen van cijfers’, zegt Marian van Eijk. Ik ben niet voortdurend aan het meten en wegen, maar doe het vooral met het oog en op ervaring.’ En daar is niets mis mee, stelt Sijtsma. ‘Goede zorg en hygiëne en dezelfde routine. Het klinkt misschien saai, maar dat is juist heel goed voor een goede kalveropfok.’

Marian van Eijk tussen een aantal van haar kalveren. Vanaf ruim een week na degeboorte tot twaalf weken blijven de kalveren bij een drinkautomaat. Vanaf het begin hebben ze ook de beschikking over onbeperkt hooi, kalverbrok en drinkwater. Foto’s: Ida Hylkema
Vorig artikel‘Zonnepanelen op elk staldak is geen must hè’
Volgend artikelVan wie en voor wie is het water?