Boeren op trekkers zetten de NZO buitenspel, LTO is de macht kwijt en oer-CDA’er Jan Cees Vogelaar roept dat het tijd is voor Thierry Baudet. Sinds 1 oktober, de dag dat boeren massaal op trekkers naar Den Haag trokken, is niets meer wat het was. Stikstof was het kruit, D66-er Tjeerd de Groot ontstak het lont, diep opgekropte onvrede explodeerde compleet: chaos in melkveehouderijland. De gevestigde belangenbehartigers liggen op de rug, de trekker is deze dagen een machtig boerenwapen.

In tijden van anarchie ontstaan nieuwe coalities, samenwerking die je tot voor kort niet voor mogelijk hield. Zoals het Landbouwcollectief, dertien belangenorganisaties verenigden zich. Het plan van het collectief om de stikstofcrisis te beteugelen, blinkt niet uit in progressiviteit. De strategie is tijd winnen door laaghangend fruit te plukken en ergens snap je dat wel. De stikstofcrisis lijkt vooral een papieren probleem dat je kunt tackelen door te meten, tijdrekken tot de uitkomsten dus. De kans is reëel dat de 46 procent uitstoot die het RIVM de landbouw toeschrijft minstens halveert.

Wat niet halveert, is de bevolking. Nog even en Nederland is één grote stad. In zo’n omgeving kun je gelijk hebben, het krijgen is een ander verhaal. Het Landbouwcollectief kiest voor de hakken in het zand route: behouden wat je hebt. Een groeiende groep boeren die je niet hoort, gaat liever voor meebewegen en veranderen. Een van hen is Alex Datema. Aan de Ronde Tafel van Melk van het Noorden zegt hij dat alle maatschappelijke ontwikkelingen één kant op wijzen: dat er geen ruimte meer is voor oplossingen die de veehouderij in het verleden steeds toepaste. Hij neemt de route naar maatschappelijke acceptatie.

Een dergelijk progressief signaal vanuit het Landbouwcollectief was welkom geweest. De slikken-of-stikken houding doet het goed onder boeren, maar is korte termijnwerk. Nu alle landbouworganisaties eensgezind om tafel zitten, ligt er dé kans om met een gedegen sectorplan voor maatschappelijke acceptatie te komen. Te meer omdat Jan Cees Vogelaar als opperadviseur aan het tafelhoofd zit. Hij schreef in 2016 Plan B. Schrap alle mestwetgeving voor de melkveehouderij, kies voor een sector die gekoppeld is aan grond, met maximaal 2,4 koeien per hectare en niet meer dan 17.000 kilo melk. Boeren met een te intensieve veestapel kregen vijf jaar de tijd af te bouwen naar 2,4 koeien per hectare. De ngo’s waren enthousiast en bereid hun handtekening onder het plan te zetten. Het had de sector jarenlang gevrijwaard van knellende regelgeving. Onder zware druk van de ZLTO zei LTO nee. Eindresultaat: fosfaatrechten.

De tijd is rijp voor Plan B nieuwe stijl. Weg met alle regeltjes en complexe mestwetgeving, robuuste kaders zetten, koeien en hectares tellen om écht grondgebonden te worden. Zeker, ook dat gaat bij veel melkveebedrijven pijn doen. Maar met een redelijke overgangstermijn kan er veel. Het Landbouwcollectief zou er zichzelf en de melkveesector een geweldige dienst mee bewijzen. De trekker kan niet eeuwig de beste belangenbehartiger voor boeren blijven.

Jelle Feenstra
jfeenstra@langsdemelkweg.nl

Vorig artikelFrieslandCampina heeft een vertrouwensprobleem
Volgend artikelMeer melkveebedrijven krap bij kas