Een dieselprijs van € 1,60 zorgt ervoor dat melkveehouders en loonwerkers scherper dan ooit letten op het dieselverbruik van hun trekkers en machines. Door het onderdeel te maken van je routine kan op veel fronten worden bespaard.

De afgelopen jaren is in studieclubverband en via RVO-campagnes veel aandacht geweest voor het besparen van diesel op het melkveebedrijf. Met simpele stappen is het dieselverbruik 20% te reduceren, zo leert de praktijk. In het LTO project Energieneutrale Melkveehouderij Utrecht kwam naar voren dat melkveehouders 10 tot 15 liter diesel per 1.000 kilo melk per jaar verbruiken, inclusief werkzaamheden die de loonwerker uitvoert. Bij de huidige prijzen praat je over € 18.000 per jaar.

7 tips om diesel te besparen

• Bereken je dieselverbruik per hectare en ton melk om inzicht te krijgen en te kunnen vergelijken met collega’s

• Werk zo optimaal mogelijk met trekkers en machines en maak het je routine

• Ga in gesprek met de loonwerker over het actief verlagen van het dieselverbruik

• Denk na over een grotere huiskavel, meer beweiden en minder land op afstand

• Spaar werkgangen uit wanneer mogelijk die niet strikt noodzakelijk zijn

• Richt een machinepark in dat goed op elkaar is afgestemd – besteed zwaar trekkerwerk uit

• Informeer naar subsidiemogelijkheden voor elektrische voertuigen

Grasoogst vraagt meeste brandstof

Binnen het project werden in 2016 de gegevens van vijftig melkveebedrijven vergeleken. Zij hebben een melkproductie rond 900.000 kilo melk en zo’n 50 hectare land. Hieruit bleek dat gemiddeld 210 liter diesel per hectare werd verstookt. Goed voor 12,6 liter diesel per ton melk. Het totaalverbruik van de loonwerker en veehouder is ongeveer gelijk. Vooral omdat het loonbedrijf veel ‘zwaar’ werk doet. De grasoogst is met 30% van het totaal verbruik de grootste kostenpost, gevolgd door bemesting en het voeren. Aan- en afvoer van voer en mest zijn niet meegenomen in de cijfers. Voor melkveehouders valt genoeg te doen om de dieselrekening te drukken. Data van de vijftig bedrijven wijst uit dat een grote huiskavel een positief effect heeft op het verbruik. Land op afstand kost diesel. Het feit dat meer weidegang wordt toegepast is ook positief. Stalvoeren is ook in opkomst en dat spaart weer bewerkingen uit en dus diesel. Dankzij onder andere een accurate verbruiksmeter en bandenspanningsregeling ligt besparen meer binnen handbereik.

‘Dieseltoeslag onvermijdelijk’

Deze data-analyse maakt duidelijk dat de veehouder en loonwerker samen de sleutel in handen hebben. Sinds dit jaar speelt mee dat loonbedrijven een dieseltoeslag hanteren bovenop het basistarief. Loonwerkersorganisatie Cumela raadt dat ook aan. ‘Om de basisprijs te weten is een indexering belangrijk’, zegt bedrijfsadviseur André de Swart van Cumela. ‘De prijsbewegingen van diesel zijn zo extreem geworden dat loonwerkers deze vooraf niet kunt indekken.’

‘Gebruikers kijken naar kleur en prijs, waar de emotie zit’

In gesprek gaan met je loonwerker loont voor melkveehouders, stelt de adviseur.
Voor melkveehouders is het totaalplaatje belangrijk: betere benutting van machines, ander rijgedrag en zo min mogelijk stationair draaien. Wat uit zeven jaar onderzoek duidelijk is geworden – en door de praktijk niet altijd bevestigd – is dat nieuwe trekkers zuiniger zijn en dat teveel vermogen voor een machine het brandstofverbruik niet ten goede komt. Pak dus niet je grootste trekker om te schudden is het advies. In de praktijk kan met een 100 PK trekker bijna alle werkzaamheden worden uitgevoerd. Zwaar werk uitbesteden kan lonender zijn dan met een te zware trekker licht werk uitvoeren. 

‘Diesel tot 60% van TCO’

Op een levensduur van tien jaar (10.000 uur) is de dieselpost goed tot wel 60% van de totale kosten. ‘Bij 20 liter per uur gemiddeld verbruik praat je over 200.000 liter diesel en dus € 300.000’, zegt Patrick van der Meulen van mechanisatiebedrijf Broekens. ‘Op een totaal van € 500.000 is dat 60%. Onderzoek bevestigd dat.’ Van der Meulen benadrukt om goed naar de Total Cost of Ownership (TCO) te kijken. ‘Gebruikers kijken vooral naar de aanschafprijs en kleur – waar de emotie ligt. De motortechniek maakt veel verschil: Welke emissie-technologie wordt gebruikt? Een roetfilter en EGR-klep zijn onderhoudsgevoelig. Onderaan de streep zie je wat de totale kosten zijn. 10% minder brandstof op tien jaar – bijvoorbeeld door een efficiëntere Stage V motor – levert een forse besparing.’

Alternatieve brandstoffen

Trekkerfabrikanten werken hard aan modellen zonder dieselmotor, maar de meeste concepten zijn nog niet praktijkrijp. Gas, elektriciteit en waterstof worden allemaal beproefd. Voor een aantal Nederlandse loonbedrijven – vooral actief in de cultuurtechniek – gaat die ontwikkeling niet snel genoeg. Met behulp van mechanisatiebedrijven worden zelf trekkers omgebouwd. Door (bijna) emissieloos te rijden lukt het deze bedrijven om bij een aanbesteding beter uit de bus te komen. Voor de landbouw blijft het toekomstmuziek. Alleen de Nederlandse H2Trac waterstoftrekker is nu al te koop. Ombouwen kost al snel een ton of meer. Voor de landbouw niet zo interessant. Wel wordt broodnodig pionierswerk uitgevoerd. Voor elektrische minishovels, heftrucks en voermengwagens ligt dat anders. Die zijn praktijkrijp en vallen in financiële regelingen als VAMIL en MIA. Voeren is jaarlijks goed voor bijna een vijfde van het totaal dieselverbruik. Dit elektrificeren levert een besparing van een kleine € 2.000 op jaarbasis, afgezien van de bijkomende voordelen. Dat zijn geen grote klappers, maar bij diesel besparen geldt dat alle beetjes helpen.

Up-to-date machinepark helpt diesel besparen

Bij loonbedrijf De Vries & Holtrop in het Friese Rinsumageest staan de schuren vol machines voor de

Loonwerker Klaas Holtrop

graswinning, bemesting en het slootonderhoud. Loonwerker Klaas Holtrop houdt het machinepark graag up-to-date. ‘De nieuwste Stage V trekkers zijn merkbaar zuiniger dan hun voorgangers. De motoren lopen mooier.’ Het bedrijf laat de maximumsnelheid standaard naar 40 km/u reduceren. ‘Dat scheelt brandstof en bandenslijtage’, zegt hij. ‘Voorheen was je gewend vol gas te werken. De nieuwste trekkers hebben een motor die bij 1600 toeren zijn maximaal koppel levert en er is vaak een eco-stand. Door de Bos-maaikorven met een speciale tandwielbak uit te rusten, draait het systeem op 1000-eco aan de aftakas. Zo kost maaikorven nog slechts tien liter brandstof per uur. Ook gebruiken we een kuilverdeler aan de shovel, in plaats van een grasvork. Dat bespaart ook, hebben we zelf ervaren.’ Het bedrijf ontkomt bij deze prijzen niet aan een dieseltoeslag. ‘Als vuistregel hanteer ik dat het tarief één procent stijgt bij vijf cent duurdere diesel. We rijden op iets duurdere Shel Fuel Save brandstof. Onze ervaring is dat dit ook helpt om te besparen.’

Vorig artikelNa overname nu richting nieuwbouw
Volgend artikel‘Derogatie beperkte ons meer dan het opleverde’